Na eerst nog een lesje wiskunde aan het schoolbord van het vormingscentrum ingeoefend te hebben, komt abbé Bernard me om 11u00 oppikken. Omwille van de overstromingen nemen we een andere weg richting Goni. Hoewel deze weg, het eerste stuk althans, nieuw is aangelegd (verhard grind), maakt hij een omweg en het traject is uiteindelijk 30 km lang. De weg loopt via de dorpen Pa en Toni. Onderweg komen we een brug over een rivier tegen waar een groep kinderen zich verzameld heeft (1). Zoals gewoonlijk is ook het vee niet veraf en een paar kinderen nemen een frisse duik in het water. Abbé Bernard vertelt me dat het gebied tussen Kamadena, Goni en Dara ook wel 'het moeras' wordt genoemd. Het water dat hier onder de brug doorstroomt, is afkomstig uit Mali en de rivier gaat vanaf dit punt over in een moerasgebied. De rivier zal pas terug gevormd worden zo'n 18 km verderop, aan de brug van Bagala op de weg van Nouna naar Sanaba. De brug van Bagala is op dit moment trouwens permanent overstroomd.
Foto 1: De brug van Kamadena
Het moeras bevindt zich in een bekken waar bij overvloedige regenval al het water naartoe stroomt. Een ideaal gebied om een waterdam te bouwen, lijkt mij. De Burkinese staat heeft hier inderdaad al studies laten uitvoeren voor de bouw van een stuwdam, maar op het laatste moment beslist om de middelen toch elders te investeren. Op het gebied van infrastructuur voor waterprojecten voelen de mensen van Nouna zich echt door de regering in de steek gelaten. De regering gaat er vanuit dat het in de regio van Nouna voldoende regent en het bijgevolg niet nodig is om waterprojecten op te starten. In het noorden en het oosten van het land, waar het wellicht minder regent dan hier in de streek, zou elk dorp echter over een stuwdam beschikken. In de provincie Kossi (met Nouna als hoofdplaats) is er nog geen enkele dam gebouwd. Tussen de regels door laat men mij verstaan dat het klimatologisch element maar een nepargument zou zijn om een gebrek aan politieke wil van de hoge heren in Ouaga te verbergen.
Foto 2: De alternatieve weg naar Goni
Op een paar plaatsen na, waar we wat door de modder moeten manouvreren (2), bereiken we Goni zonder verder al te veel problemen. In Goni worden we ontvangen door de verantwoordelijke voor het dispensarium waarvan de bouw door een Franse organisatie is gesponsord. Ik ben erop gebrand om foto's te kunnen nemen van velden die onder water staan of waarvan de oogst alleszins door een langdurige overstroming is vernield. Samen met Seydou, een 25-jarige knaap, trek ik er dan ook op uit om een aantal kiekjes te gaan nemen. In gebroken Frans legt Seydou me uit dat hij nog geen enkele dag naar school is geweest, en niet kan lezen noch schrijven. Ik vraag hem in welk jaar hij geboren is. Hij antwoordt 1982 en ik zeg dat we dan eigenlijk niet veel in leeftijd verschillen aangezien ik in het jaar '79 geboren ben. Seydou vindt dit toch wel een groot verschil. Ik reageer een beetje verbaasd en begin uit te leggen dat 79 en 82 toch helemaal niet zover uit elkaar liggen. Ik stop echter al gauw, wanneer ik besef dat de jongen waarschijnlijk ook nooit heeft leren rekenen.
Foto 3: Mislukte katoenoogst
Al snel komen we bij een katoenveld waarvan de planten lichtjes onder water staan (3). Aan de kleur van de bladeren kan je zien dat de katoenplanten uitgedroogd zijn. Daarnaast ligt een veld waarop 'kleine gierst' is geteeld (4). Het veld is totaal overstroomd en het water staat minstens 30 cm hoog. De planten zien er niet uit. De groei is gestopt en ze hebben een lichtbruine kleur. Seydou gaat met één been in het water staan. Daar heb ik mijn ideale foto, links het veld, rechts de weg (die ook volledig onder water staat) en in het midden Seydou die in het water staat (5). Gewoontegetrouw vraag ik Seydou om naar de camera te lachen. Wat een blunder!
Foto 4: Seydou kijkt vertwijfeld naar het gierstveld dat onder water staat.
Wat de gewassen betreft, is het echter niet allemaal kommer en kwel in Goni. Ik zie een aantal hele mooie katoenvelden en ook de 'grote gierst' is op bepaalde plaatsen heel goed gelukt. We voegen ons terug bij abbé Bernard die met een aantal mensen aan het vergaderen is, waaronder ook de man die later de werken van de school zal leiden. Ik vraag Bernard nog naar de uitrusting van het dispensarium. Bij Wereldmissiehulp in Boechout heb ik nog een heel aantal ziekenhuisbedden en rolstoelen zien staan die hier misschien nog wel van pas zouden kunnen komen. We bezoeken nog gauw het eigenlijke dispensarium en het moederhuis. De beide ziekenzalen zijn maar voor de helft met bedden gevuld. Bovendien zijn de matrassen gescheurd en verspreiden ze een onaangename geur. De uitrusting wat betreft medische apparatuur, is op zijn best karig te noemen. Dit kan nog heel wat beter! Er is ook nog geen verlichting voor 's avonds. Met de installatie van twee zonnepanelen zou dit eenvoudig op te lossen zijn. We beslissen om naar Nouna terug te keren en men vertelt ons dat het korte traject, de weg die we bij ons eerste bezoek genomen hebben en die we vandaag bij onze heenreis vermeden hebben, toch wel best doenbaar is. Er is echter één plaats die nog een beetje onder water staat. Twee mannen zullen ons tot daar begeleiden om ons over dat moeilijk punt heen te helpen. Mij is het best, ik wil nog wel een paar foto's van mislukte oogsten trekken, en ben ervan overtuigd dat ik met droge voeten zal thuiskomen.
Foto 6: Terugweg van Goni naar Nouna
Uiteindelijk blijkt onze terugreis, net zoals de vorige keer trouwens, een hele heksentoer. Vol goede moed beginnen we er aan, maar de weg ligt er werkelijk zeer slecht bij (6). Er zijn stukken die onder water hebben gestaan, maar waar het water reeds is teruggetrokken. De sporen van voetgangers zijn echter in de weg achtergebleven en de zon heeft deze voetsporen in de bodem verhard. Het gevolg is dat je het gevoel hebt alsof je over een golfplaat aan het rijden bent, wat hoogst onaangenaam is voor de ingewanden. Naarmate we vorderen, neemt het slijk toe. We komen op een punt waar we moeten afstappen, want hier moeten we echt door het water (7).
Foto 7: Hier moeten we afstappen
De uitlaat van de brommer wordt dichtgestopt en we beginnen aan onze glibberige doortocht (8). Aanvankelijk verloopt alles goed tot op een punt waar het water steeds dieper wordt. Ik kijk recht voor mij, naar links en naar rechts, en het enige wat ik zie is water waar af en toe een struik of boom uitsteekt. Ik stel vast dat we op het punt staan een meer over te steken. Niks aan te doen, maar hier kunnen we de brommer niet langer voortduwen. Gelukkig zijn er nog twee boeren in de buurt die ons een handje willen helpen. Met vijf man heffen we de brommer op (9) en begeven we ons stapje voor stapje, voetje voor voetje, naar daar waar we denken dat de overkant is en de weg verder loopt. Het water komt tot een stuk boven de knie. Ik maak een aantal foto's van deze behendigheidstest (10 + 11) en ook ik volg zeer voorzichtig de anderen, want één misstap en je ligt erin, met camera en al. We bereiken zonder kleerscheuren de overkant. We bedanken onze helpers voor bewezen diensten en zetten onze tocht verder. We doorkruisen nog een modderpoel van lichter kaliber, maar daarna wordt het pad stilaan beter. De obstakels zijn voor vandaag overwonnen en rond 18u00 arriveren we in Nouna.
Foto 8: De uitlaat van de brommer wordt dichtgestopt.
Foto 9: De bromfiets moet worden opgetild.
Foto 6: Terugweg van Goni naar Nouna
Uiteindelijk blijkt onze terugreis, net zoals de vorige keer trouwens, een hele heksentoer. Vol goede moed beginnen we er aan, maar de weg ligt er werkelijk zeer slecht bij (6). Er zijn stukken die onder water hebben gestaan, maar waar het water reeds is teruggetrokken. De sporen van voetgangers zijn echter in de weg achtergebleven en de zon heeft deze voetsporen in de bodem verhard. Het gevolg is dat je het gevoel hebt alsof je over een golfplaat aan het rijden bent, wat hoogst onaangenaam is voor de ingewanden. Naarmate we vorderen, neemt het slijk toe. We komen op een punt waar we moeten afstappen, want hier moeten we echt door het water (7).
Foto 7: Hier moeten we afstappen
De uitlaat van de brommer wordt dichtgestopt en we beginnen aan onze glibberige doortocht (8). Aanvankelijk verloopt alles goed tot op een punt waar het water steeds dieper wordt. Ik kijk recht voor mij, naar links en naar rechts, en het enige wat ik zie is water waar af en toe een struik of boom uitsteekt. Ik stel vast dat we op het punt staan een meer over te steken. Niks aan te doen, maar hier kunnen we de brommer niet langer voortduwen. Gelukkig zijn er nog twee boeren in de buurt die ons een handje willen helpen. Met vijf man heffen we de brommer op (9) en begeven we ons stapje voor stapje, voetje voor voetje, naar daar waar we denken dat de overkant is en de weg verder loopt. Het water komt tot een stuk boven de knie. Ik maak een aantal foto's van deze behendigheidstest (10 + 11) en ook ik volg zeer voorzichtig de anderen, want één misstap en je ligt erin, met camera en al. We bereiken zonder kleerscheuren de overkant. We bedanken onze helpers voor bewezen diensten en zetten onze tocht verder. We doorkruisen nog een modderpoel van lichter kaliber, maar daarna wordt het pad stilaan beter. De obstakels zijn voor vandaag overwonnen en rond 18u00 arriveren we in Nouna.
Foto 8: De uitlaat van de brommer wordt dichtgestopt.
Foto 9: De bromfiets moet worden opgetild.
De regio rond Nouna wordt beschouwd als de graanschuur van Burkina Faso. De grond is relatief vruchtbaar en de oogsten zijn over het algemeen goed. De regering is bijgevolg weinig geneigd om in infrastructuur voor waterbeheer te investeren. Toch lijkt het telen van gewassen in deze streek mij, voorzover ik er nu een zicht op heb, een echte loterij. Elk jaar worden boeren tijdens het regenseizoen geconfronteerd met de vraag welke plaats het beste is om hun veld te beginnen. Het tekort of de overvloed aan water speelt hierbij een cruciale rol. Aangezien er de afgelopen jaren weinig regen gevallen is, zijn de mensen geneigd hun velden in de bekkens en de dalen aan te leggen, in de hoop dat het weinige water naar hun velden stroomt. Dit jaar is er echter veel te veel water ineens gevallen. In een dergelijk scenario blijkt het dal plots een zeer slechte locatie voor landbouw. De velden worden overstroomd en komen langdurig onder water te staan. De planten stoppen met groeien, drogen uit (paradoxaal genoeg) en de oogst gaat bijgevolg verloren. Zelf heb ik dit ook kunnen vaststellen bij mijn zonnebloemen. Op de plaatsen waar het veld onder water gestaan heeft, zijn de exemplaren duidelijk kleiner van gestalte. Het is een dunne stengel met weinig bladeren. De bloemen hebben zich wel gevormd en hebben ook gebloeid, maar het is nog maar de vraag of deze ook bruikbare zaden gaan opleveren. In ieder geval moet de groei van deze planten op een bepaald moment stilgestaan hebben.
Foto 10: Het meer wordt overgestoken.
Traditioneel is de droogte tijdens de drie maanden van het regenseizoen (juli, augustus en september) de grote boosdoener voor de landbouw. Dit jaar gooit echter de intense regenval roet in het eten. De mensen klagen dat de overheid hen in de steek laat. Hoewel er in de provincie Kossi verschillende goede locaties voorhanden zijn, is er nog geen enkele stuwdam opgetrokken. Het is in ieder geval interessant om uit te zoeken in welke mate de overheid hier aan (grootschalig) waterbeheer doet. Het is al te gek dat er studies worden uitgevoerd, waar achteraf niets mee gedaan wordt. Enkele stuwdammen in de regio zou de mensen niet enkel toelaten om het waterpeil in het regenseizoen te controleren, maar ook over het nodige water te beschikken om in het droge seizoen aan landbouw te doen. Op dit vlak kunnen alleszins nog nuttige investeringen gedaan worden. Ik neem mij voor om dit thema verder uit te spitten en abbé Joseph Mukassa Kienou, uitvoerend secretaris van Ocades, de lokale partner van Afrant, hierover aan te spreken.
Foto 11: We zijn niet de enige die langs deze route passeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten