zondag 30 maart 2008

Week 10/03/08 – 23/03/08

De vorming in verband met dans en theater voor de culturele vereniging van Goni vindt plaats van zaterdag 15 maart tot en met woensdag 19 maart. Op het laatste moment hebben we de vorming nog een aantal dagen moeten verplaatsen, omdat op donderdag 13 maart in het vormingscentrum Badenya een bezinningsdag voor priesters wordt georganiseerd en hierbij een absoluut lawaaiverbod in acht moet genomen worden. Desalniettemin vind ik het belangrijk dat de groep op vrijdagavond 14 maart toch optreedt op het feest van St. Joseph omwille van de podiumervaring. Ik vraag dan ook aan de verantwoordelijken van de groep om zelf een aantal dansen van in totaal maximum 15 minuten voor te bereiden. In plaats van op het einde vindt dit optreden nu plaats aan het begin van de vorming.

Het vormingscentrum Badenya te Nouna

Na mijn laatste les Engels van het tweede trimester snel ik op vrijdag 14 maart rond 11u00 naar het vormingscentrum om de mensen van Goni te ontvangen. Heel de groep heeft het 22-km-lange-traject tussen Goni en Nouna per fiets afgelegd. De groep bestaat in totaal uit 30 man en bevat drie subgroepen, nl. een dansgroep, een theatergroep en de groep van grillots (= de muzikanten) die vijf man sterk is. Hoewel de groep voornamelijk uit mannen bestaat, is de aanwezigheid van tien meisjes met een leeftijd van rond de 15 jaar oud, toch opvallend. Deze meisjes zullen zowel dansen als theater spelen.

Na de middagmaaltijd en een welverdiende siësta is het om 15u00 dan tijd voor de generale repetitie voor het optreden van ’s avonds. Aangezien er op het feest van St. Joseph nog andere groepen optreden, is het uiterst belangrijk dat we ons beperken tot maximum 15 minuten dans. Vooral de grillots hebben het hier moeilijk mee. Zij zijn het gewoon om uren en uren aan een stuk door te spelen. Nu mogen ze maar een kwartiertje spelen om vier dansen te begeleiden en moeten ze na elke dans onmiddellijk stoppen om met het thema van de volgende dans te beginnen. Niet gemakkelijk! Tijdens de repetitie merk ik dat er toch nog wel wat fouten in zitten. Ik heb de indruk dat er eerder wat ongestructureerd in het wilde weg gedanst wordt. Dit is zeker iets waaraan nog gewerkt moet worden: structuur en orde in de uitvoering en vervolgens het voortdurend en keer op keer oefenen tot het helemaal goed zit.

Arsène spreekt de dansers toe voor de repetitie.


Ook de grillots zijn van de partij.

’s Avonds is het dan zover. Om 19u30 wordt de groep van Goni met de peugeot 504 pick-up van de parochie (zie een vorig artikel), in het vormingscentrum opgehaald om hen naar het podium naast de kathedraal te brengen. Daar aangekomen verneem ik dat we als vierde groep optreden. Het optreden zelf verloopt redelijk goed. De 15-minuten-limiet wordt alleszins gerespecteerd. Natuurlijk wordt er niet helemaal foutloos gedanst en wordt de ruimte op het podium niet optimaal ingenomen. Ook de grillots spelen er wel eens naast. Toch is het een leuke bedoening en vooral een leerrijke ervaring. Na nog een snelle hap na het optreden downtown Nouna keren we terug naar het vormingscentrum.

Tijdens de repetitie op vrijdag

Op zaterdag kan dan de eigenlijke vorming beginnen. Wanneer ik ’s morgens in het centrum aankom, verneem ik dat de animator nog niet gearriveerd is. Dat is wel even slikken. Dit betekent dat ik de groep zelf even zal moeten bezighouden. Na een korte inleiding vraag ik aan de verantwoordelijke Arsène of de groepsleden elkaars namen eigenlijk wel goed kennen, aangezien het toch om drie subgroepen gaat. Hoewel men ervan uitgaat dat iedereen in de groep iedereen bij naam kent, blijkt een eerste naamspelletje toch niet evident. Dit echter misschien niet zozeer omdat men elkaars naam niet kent, maar omdat men het (toch eerder eenvoudige) principe van het spel niet schijnt te kunnen vatten.

Vervolgens gaan we naar buiten om onze spieren even op te warmen. We spelen de volgende klassieker. Iedereen zit op een stoel in een kring. Eén persoon loopt met een zakdoek, in dit geval een muts, rond de kring en houdt plots halt tussen twee mensen uit de kring. Deze twee mensen moeten nu als de bliksem opstaan en zo snel mogelijk in tegenovergestelde richting rond de kring lopen om de zakdoek te pakken die de eerste persoon klaar houdt. Het spel geeft zoals altijd aanleiding tot groot jolijt!

Lopen om als eerste de muts te hebben


Die muts is binnen!


En spurten maar!

Het blijkt een goede opwarmer te zijn voor een derde ‘vertrouwen’-spel. Hierbij wordt de groep in vier kleinere groepen verdeeld en krijgen alle leden van elke groep om beurt een blinddoek om. De bedoeling van het spel is dat de persoon met de blinddoek werkelijk van de ene groep naar de andere loopt en erop vertrouwt dat de leden van de andere groep hem zachtjes tot stilstand zullen brengen. Ook hier blijkt het principe niet altijd even goed begrepen, wat soms tot hilarische toestanden leidt. Sommigen geven een uitstekende imitatie van een blinde dronkenlap weg!

De eerste kandidaten worden geblinddoekt.


Ze zijn klaar voor hun blinde overtocht.


Charlotte wordt aan de andere kant goed opgevangen.


Arsène geeft Mounbouni het teken dat hij mag vertrekken.

Tenslotte vraag ik aan de mensen om in kleine groepjes al eens na te denken over mogelijke onderwerpen voor de sketches die we later in elkaar gaan steken. Ondertussen hoop ik maar dat de animator snel zal arriveren. Er zijn immers maar weinig deelnemers die Frans verstaan en alles wat ik zeg, moet dan ook door Arsène in het Djoela vertaald worden, met de nodige interpretatieproblemen. Ziedaar dan ook het voordeel van een animator die zich rechtstreeks tot de deelnemers in hun eigen taal kan wenden.

's Middags wordt er goed gegeten.


In Goni zijn het niet de mannen die de afwas doen.

Na het middageten belt abbé Pierre me op met het goede nieuws dat niet één, maar wel twee animatoren in het busstation gearriveerd zijn. Ze heten Draman en Koro en zijn verbonden aan het theatergezelschap TRAS théatre in Bobo Dioulasso. Beiden spreken vlot Djoela. Tijdens de namiddagsessie bespreken we eerst in groep welke inhoud we juist aan de vorming willen geven. Draman en Koro benadrukken dat je als acteur niet zomaar op de scène kan stappen en beginnen spelen, maar dat hier lichamelijke (ontspannings-) oefeningen aan vooraf gaan, nl. een zgn. lichamelijke training. Daarnaast zullen we een kort theaterstukje voorbereiden waarvan het onderwerp werd gesuggereerd door abbé Pierre, nl. het onderwijs voor jonge meisjes. Aangezien Draman en Koro voornamelijk onderlegd zijn op theatergebied, zullen, wat het dansen betreft, niet zozeer nieuwe bewegingen aangeleerd worden, maar zullen de gekende bewegingen gebruikt worden voor een nieuwe choreografie.

Draman doet voor hoe je je spieren losgooit.

Tijdens de theaterrepetities blijkt al snel dat het de deelnemers aan elke notie van theater ontbreekt. Eenvoudige dingen zoals ‘met een luide stem spreken’ of ‘je naar het publiek richten, terwijl je speelt’, zijn onbekend. Dit komt dan ook naar voren in de evaluatiegesprekken aan het begin en op het einde van elke sessie: voor de deelnemers is deze vorming de eerste keer dat theater op een dergelijke manier aan hen wordt voorgesteld.

Vader zegt tegen moeder dat hun dochter niet naar school gaat.

Het theaterstukje dat wordt voorbereid, gaat dus over het onderwijs voor jonge meisjes. Al te vaak nog vinden ouders in de dorpen het niet noodzakelijk om (ook) hun dochters naar school te sturen. Wie gaat er dan immers helpen in het huishouden? In de openingsscène worden de oude chef van een dorp en de directeur van de plaatselijke lagere school opgevoerd op de dag dat de inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar plaatsvinden. Nu is er een koppel met slechts één dochter en de vader beslist om haar niet naar school te sturen. Op een zekere dag ontvangt de vader een brief, maar wie gaat deze brief nu lezen? Hij gaat met de brief naar zijn vrouw en dwingt zijn vrouw om deze brief te lezen. Zijn vrouw dient hem echter van antwoord: hoe moet ik nu in Gods naam die brief lezen, ik ben toch nooit naar school geweest en bovendien heb jij beslist om onze dochter niet naar school te sturen. Hierop ontstaat een huishoudelijke twist over wie al dan niet schuld heeft aan het feit dat de dochter niet naar school gaat. Uiteindelijk komt het geschil voor de dorpsraad en wordt de zaak op een vreedzame manier uitgeklaard.

...maar dan arriveert de brief...


...en de huishoudelijke twist volgt.

Wat het dansen betreft, is de coördinatie tussen muzikanten en dansers van groot belang. De djembé-speler Aruna speelt hierbij een belangrijke rol. Hij is als het ware de verbindingsman tussen de dansers en de muzikanten. Aruna blijkt over een stel gouden handen te beschikken. De muziek klinkt zo aanstekelijk dat ook ik moeite heb om mijn benen en kont stil te houden.

Draman en Koro geven aanwijzingen tijdens de dansrepetitie.


Aruna de djembé-speler

Hoewel de deelnemers aanvankelijk goed meewerken, klagen Draman en Koro er naar het einde toe over dat de dansrepetities meer en meer wanordelijk en chaotisch verlopen. Ook luisteren de dansers te weinig naar hun raadgevingen. Inderdaad verlaten de dansers al te gemakkelijk zonder toestemming hun plaats in de choreografie en wanen verschillende mensen uit het publiek zich animator door openlijk hun mening en aanwijzingen te geven. Zelfs nadat Draman en Koro er in de evaluatiegesprekken verschillende keren op gehamerd hebben, verandert dit gedrag niet. Het is natuurlijk zo dat slechts enkelen uit deze groep naar school zijn geweest en dat dus het merendeel een systematische schoolsituatie waarbij één persoon iets aan een groep van mensen uitlegt en deze mensen daarbij luisteren en hun mond houden, niet gewoon is. Een gebrek aan een dergelijke leersituatie verander je niet van vandaag op morgen.

De meisjes klappen in hun handen.


Binnen een paar tellen wordt er afgeslagen.

In de loop van de vorming komt abbé Bernard de mensen van zijn geboortedorp groeten. Hij merkt op dat het wel gepast zou zijn als de groep haar vorming zou kunnen beëindigen met een presentatie van datgene wat zij tijdens de vorming geleerd hebben. Dit is inderdaad geen slecht idee, de vraag is alleen waar. Er moet én voldoende plaats zijn om te dansen én een publiek aanwezig zijn. Al gauw blijkt dat de enige locatie waar er voldoende plaats is voor onze dansers, het sportpleintje is voor de bibliotheek in het centrum van Nouna. Plots is er weer heel wat werk aan de winkel, nl. de toestemming van de gemeente verkrijgen om op het pleintje te mogen optreden, de bevolking van Nouna verwittigen dat er een optreden zal plaatsvinden, ergens een decor en geluidsinstallatie zien te versieren, een presentator vinden…

Gelukkig ken ik de verantwoordelijke van de bibliotheek, Nicolas. Deze weet mij te vertellen dat een aanvraag voor toestemming normaal 72 uur op voorhand bij de gemeente moet ingediend worden. Hoewel deze limiet al ruim overschreden is, is hij ervan overtuigd dat dit, dankzij zijn connecties op het gemeentehuis, wel in orde zal komen. Na mijn bezoek aan het gemeentehuis haast ik mij dan naar de plaatselijke radiozender ‘Kossi Kibaru’ (= de nieuwtjes van de provincie Kossi) om het optreden te laten aankondigen. Tenslotte kan ik het decor van een plaatselijke toneelgroep huren en stelt de Aumônerie haar geluidsinstallatie ter beschikking. Met de hulp van de goden zal het optreden nu wel degelijk plaatsvinden.

Op woensdag 19 maart kan ik in de voormiddag de toestemming om in de namiddag op het sportpleintje op te treden, gaan afhalen. Oorspronkelijk is de voorstelling gepland om 16u00, maar een speling van het lot zorgt ervoor dat we pas om 17u00 met de opstelling van het decor en de geluidsinstallatie klaar zijn om te beginnen spelen. En maar goed ook, want voor 17u00 komt er omwille van de felle zon toch geen kat opdagen. Draman doet de presentatie en het publiek is goed opgekomen. Voor het optreden geef ik aan het publiek nog een woordje uitleg waarom juist deze voorstelling, waarna het spektakel kan beginnen.

In een eerste deel presenteren de mannen nog eens hun ‘danse lingo’. Vervolgens volgt dan in een tweede deel het theaterstukje en de voorstelling wordt afgesloten met de ingeoefende choreografie. Het publiek reageert enthousiast en ik mag vele positieve reacties ontvangen. Dit was inderdaad de ideale manier om de vorming af te sluiten.

De mannen beginnen het optreden met de 'danse lingo'.


De oude chef en de schooldirecteur op het plein


De oude chef spreekt zijn vrouw vermanend toe.


Mounbouni legt aan Mathieu uit waarom hij zijn dochter naar school moet sturen.


Moeder zegt tegen haar dochter dat zij niet naar school gaat.


Vader verdedigt zijn standpunt voor de dorpsraad.


De schooldirecteur spreekt de dorpsraad toe.

Donderdagmorgen vertrekt de groep terug naar Goni. Voor het vertrek neem ik eerst nog wat groepsfoto’s. De verantwoordelijke Arsène verzekert me dat iedereen heel tevreden is over het verloop van de vorming. Zelf hoop ik dat de culturele vereniging van Goni met deze vorming nu gelanceerd is om zelf heel wat activiteiten te ondernemen. In ieder geval heeft er zich een hechtere groep gevormd en zijn de basisprincipes van het theater bijgebracht. Zelf heb ik een manier ontdekt om in de dorpen aan sensibilisering te doen. Ik ben ervan overtuigd dat met behulp van dergelijke eenvoudige theaterstukjes men perfect een bepaalde boodschap kan overbrengen.

De troupe van Goni


The beauties and the beast


Het vertrek naar Goni

donderdag 13 maart 2008

Week 03/03/08 – 09/03/08

Afgelopen week heeft het zowaar geregend, wat zeer uitzonderlijk is voor deze periode van het jaar! Dinsdag in de late namiddag ruik ik dat er regen in de lucht hangt, maar hardnekkig overtuigd van het feit dat het theoretisch niet ‘kan’ regenen, blijf ik rustig verder mijn examens verbeteren. Wanneer het onweer losbarst en de eerste druppels vallen, moet ik uiteindelijk nog snel zijn om de was binnen te halen.

Ondertussen heeft Innocent de zes metalen kasten voor de lagere school van Biron-Bobo afgewerkt. In een laatste fase zijn er schabben in de kasten gelegd en hebben de zes ook een likje verf gekregen. Nu is het aan de dorpsbewoners van Biron om de kasten met ezel en kar in Nouna te komen halen en naar hun school te transporteren. De directeur is alvast een tevreden mens.

De zes afgewerkte metalen kasten voor de lagere school van Biron-Bobo


Donald en Innocent voor een geopende kast

Zaterdag ben ik aanwezig in het dorp Swankui voor de inzegening van de kerk die Afrant er heeft laten bouwen. Het is bisschop Sama zelf van het bisdom Nouna die de inzegening voor zijn rekening zal nemen. Swankui maakt deel uit van de parochie Bomborokui, maar ligt in vogelvlucht, dwz als je de paden door de brousse neemt, op slechts 22 km ten Noordwesten van Nouna. De mis is gepland voor 09u00. Samen met een leerling van mijn klas, Michael, een leerling met wie ik in december reeds een bezoek aan Swankui heb gebracht en wiens familie in dit dorp woont, vertrek ik rond 08u00 met de brommer richting Swankui.

De kerk te Swankui

De misviering begint met een lange stoet die vanuit het dorp richting de kerk trekt. Voorop loopt het koor die met gezang en getrommel de stoet al van ver aankondigt. Het koor is uitgedost in een uniform speciaal ontworpen voor deze feestelijke gelegenheid, nl. een gele T-shirt en ook een rok of broek in een stof met hetzelfde motief. Achteraan in de stoet lopen de kerkelijke ‘hoogwaardigheidsbekleders’ met eerst de catechisten, vervolgens de aanwezige priesters en tenslotte bisschop Sama.

De stoet is in aantocht.


De stoet komt aan bij de kerk.


De stoet houdt halt voor de hoofdingang van de kerk.

Bij de hoofdingang aangekomen, spreekt de bisschop de christelijke gemeenschap toe. Vervolgens vindt al meteen het ritueel van de inzegening plaats. De bisschop maakt, begeleid door een catechist, een toer rond het gebouw van de kerk, terwijl hij de muren met wijwater besprenkelt. Terug bij de hoofdingang wordt ook de verzamelde ‘massa’ gezegend. Eenmaal het ritueel van de inzegening afgerond, wordt de mis in de kerk verder gezet.

Bisschop Sama spreekt de christelijke gemeenschap toe.


Het koor zingt uit volle borst.


De kerk wordt ingezegend.

Op het einde van de mis worden een aantal mensen uitgebreid bedankt en ik mag in naam van Afrant een schaap en een kleed ontvangen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om de kerkgangers in het Djoela toe te spreken. Ziehier mijn uiteenzetting: Ne togo Jonas (= ik heet Jonas). Ne be baara ke Nouna CFP la (= ik werk op het CFP in Nouna). Ne nana Swankui bi ka église ye (= ik ben vandaag naar Swankui gekomen om de kerk te zien). Ne dusu ka di ka to aw cema (= ik ben tevreden om bij jullie te zijn), waarna het applaus losbarst! Eigenlijk is de lokale taal niet het Djoela, maar wel het Bwamu, aangezien we hier in Bwaba-gebied zijn, maar de meeste mensen verstaan ook het Djoela.

Het altaar van de kerk te Swankui


De christelijke gemeenschap van Swankui


De twee fraaie balafons van het koor van Swankui.

vrijdag 7 maart 2008

Week 25/02/08 – 02/03/08

De ‘winter’ is nu wel zo goed als voorbij. Dekens en lakens voor ’s nachts worden definitief opgeborgen. De grote hitte van de komende drie maanden kondigt zich aan. Tot in juni de eerste regendruppels vallen, zullen de temperaturen overdag de pan uitswingen. Alleszins niet bevorderlijk voor de prestaties van mijn leerlingen (noch die van mezelf!). Gehard echter door de discipline van de jezuïeten gaan we de strijd aan. Innocent laat het niet aan zijn hart komen. De kasten voor de lagere school van Biron-Bobo bevinden zich momenteel in een volgende fase van het productieproces.

De kasten voor de lagere school van Biron-Bobo

Woensdag is het dan zover. Vandaag zal ik een aantal optredens van het cultureel gezelschap van Goni te zien krijgen. Ik ben benieuwd. Vol verwachting doe ik voor de zoveelste keer de nog altijd verschrikkelijke hobbelweg tussen Nouna en Goni. In Goni aangekomen rijd ik zoals gewoonlijk eerst langs (de woning van) Basil, een goede vriend van abbé Bernard. Basil vergezelt mij naar de open plaats midden in het dorp en vlakbij de markt waar de optredens zullen plaatsvinden. Er heeft zich al een eerste cirkel van nieuwsgierige toeschouwers gevormd. Ik krijg een zitplaats in de schaduw, maar sta alweer gauw recht om foto’s te trekken.

De lingo-dans: de dansers maken verschillende toeren rond de grillots (rechts)


Tijdens de lingo-dans zwaaien de dansers met hun stokken en rinkelen de belletjes die rond hun kuiten gebonden zijn.

Na een introductie met een rondedans van de lokale jeugd kan het echte spektakel beginnen! Een twaalftal mannen in outfit betreedt de arena voor de lingo-dans. Ze worden begeleid door de grillots die op hun trommels spelen. Als een wervelwind maken de dansers verschillende toeren rond de grillots die in het midden hebben postgevat. Elke danser heeft een soort van rok aan, heeft belletjes rond de kuiten gebonden en heeft in elke hand een stok om mee te zwaaien. Drie mannen hebben ook een hoofddeksel op, speciaal voor de lingo-dans. Normaal heeft dit hoofddeksel een zwarte kleur. Twee van de hoofddeksels zijn echter pas gemaakt en zullen binnenkort gekleurd worden. De dansers verdelen hun energie door af en toe een pauze in te lassen. Tijdens deze pauze blijven hun benen gestrekt en steunen ze met hun handen op hun knieën. Vervolgens gaat het weer in volle vaart verder voor een nieuwe ronde. Het stof waait dan ook hoog op.

Even uitblazen: de dansers steunen met hun handen op hun knieën.


De uitrusting van een lingo-danser: het hoofddeksel (dit moet nog wel zwart gekleurd worden), de rok, de stokken en de belletjes rond de kuiten





Na de lingo-dans krijgt de jeugd weer een kans om het beste van zichzelf te geven. Daarna volgt een nieuwe dans met een achttal lingo-dansers en eenzelfde aantal meisjes, allen in een outfit die speciaal nieuw gemaakt is. De outfit is roze van kleur, of dit ook een bepaalde betekenis heeft, is mij voorlopig een raadsel. Tijdens de voorstelling bedenk ik mij nog wat voor een ongelooflijke gelukzak ik eigenlijk wel ben. Wie had dat durven denken, toen ik een aantal jaar geleden nog een cursus antropologie zat te blokken, dat ik nu getuige zou zijn van eeuwenoude traditionele dansen in een dorp midden in de West-Afrikaanse brousse?

Dansende jeugd van Goni


Dansen in het roos!

Eenmaal de dansen afgelopen, is het tijd voor het theater. Het cultureel gezelschap heeft een stuk voorbereid waarin drie jonge mannen strijden om de hand van een meisje. Van de exacte moraal van het verhaal ben ik niet helemaal zeker, maar volgens mij komt het erop neer dat het uiteindelijk de liefste jongen is die het hart van het meisje zal veroveren. Immers, twee van de drie jongens doen beroep op de magische kunsten van een maraboe, een islamitische ‘waarzegger’, om hun slag thuis te halen. De maraboe geeft hen een blauwe armband die hen extra kracht moet geven in de strijd. De figuur van de maraboe wordt hierbij stevig gepersifleerd en de toeschouwers amuseren zich kostelijk.

De marabou en de oude man met zijn dochters


De marabou geeft de jonge man een blauwe armband die hem kracht zal geven.

Daarna volgen er twee duels tussen de jonge mannen en natuurlijk moeten de gasten die bij de maraboe zijn langs geweest, het onderspit delven. Op het einde krijgt de maraboe er dan ook nog stevig van langs, wat het publiek wel kan smaken. In ieder geval is er op het vlak van dans en theater heel wat talent in Goni aanwezig!

De strijd kan beginnen


Tijdens het gevecht


Op het einde krijgt de marabou ervan langs.

Het weekend breng ik door in Djibasso. Zaterdag vindt immers de plechtige opening plaats van de lagere school van Paranzo. Deze lagere school heeft Afrant kunnen bouwen dankzij de gift van een gulle schenker. Ondanks het feit dat de bouw van de school heel wat voeten in de aarde heeft gehad, is ze nu heel mooi afgewerkt. Djibasso ligt op zo’n 65 km ten noordoosten van Nouna. Ik vertrek dan ook reeds vrijdagnamiddag en overnacht in de parochie van Djibasso. Ik word er hartelijk ontvangen door de twee priesters René en Annani en hun stagiair Blaise.

Zaterdag is het vroeg opstaan, want de mis in Paranzo is gepland om 8u00, waarna om 9u00 de plechtige opening zal volgen in het bijzijn van de prefect van Djibasso. Dat betekent dus om 6u30 vertrekken. Paranzo is een dorp in de heuvels op zo’n 9 km ten noorden van Djibasso. De weg van Djibasso naar Paranzo, bezaaid met mul zand en grote stenen, is op zich al een hele uitdaging (zie een vorig artikel in de maand september). Priester Annani en ikzelf trekken vol goede moed op pad. Tot mijn grote verbazing ligt de weg naar Paranzo er nu veel beter bij dan in het regenseizoen. Op bepaalde plaatsen heeft men de gaten tussen de stenen opgevuld met zand. Voor de carrosserie van mijn brommer alleszins een hele opluchting.

De lagere school van Paranzo

Goed op tijd in Paranzo aangekomen vernemen we van de catechist Paul Kienou dat de mis in openlucht bij de school zal plaatsvinden. Er is echter nog niets voorbereid. Uit mijn ervaring weet ik dat je in een dorp een bijeenkomst best niet al te vroeg organiseert, want dan komt er toch geen kat op tijd opdagen. Nochtans was het de catechist zelf die op dit vroege uur had aangedrongen. Priester Annani en ik trekken dan maar al zelf naar de school. Het eindresultaat is heel fraai. Ondertussen brengt Paul Kienou een hangar in orde voor de mis.

Misviering voor de school


Het kinderkoor van Paranzo

Uiteindelijk kunnen we om 9u30 beginnen. Hier in Paranzo blijkt alles met wat vertraging te verlopen. Op het einde van de mis wordt de school door priester Annani ingezegend. Voor de leerlingen heb ik nog petjes meegenomen en naar goede gewoonte worden die ook ineens mee gezegend. Deze petjes heb ik kunnen inzamelen dankzij de vrijgevigheid van de inwoners van Zurenborg, mijn geliefde buurt in Antwerpen. Dank hiervoor aan alle Zurenborgers! Na de mis is het even wachten, maar al gauw arriveert de officiële delegatie. Deze delegatie bestaat uit de prefect van Djibasso, een vertegenwoordiger van de burgemeester van Djibasso en de inspecteur van het lager onderwijs. Ze worden begeleid door twee politiemannen. Nu kan de echte officiële ceremonie starten.

De school wordt ingezegend door priester Annani.


De petjes voor de leerlingen te Paranzo


De officiële delegatie (van links naar rechts): de inspecteur, de vertegenwoordiger van de burgemeester van Djibasso, de prefect van het departement Djibasso.

Gelukkig heeft de prefect iemand meegebracht die de ceremonie in goede banen zal leiden. Ondertussen is ook de lokale bevolking toegestroomd. Alle genodigden nemen plaats onder een boom nabij de school, waarna de officiële toespraken kunnen beginnen. Ook ik mag als vertegenwoordiger van Afrant mijn zegje doen. Ik vraag in mijn toespraak de prefect expliciet om hulp om de ouders te sensibiliseren om hun kinderen naar school te sturen. Dat blijkt vaak immers nog een probleem. De school is er wel, maar de ouders zijn niet overtuigd van het nut ervan. Een kind naar school sturen kost natuurlijk geld. Bovendien moet een kind beschikken over een geboorteakte, wil het op het einde van het zesde studiejaar mee kunnen doen aan de examens voor het behalen van het diploma van lager onderwijs. Een aangifte van geboorte wordt echter nog vaak aanzien als een onnodige en te dure uitgave. In Paranzo beschikt slechts één van de zestig leerlingen over een geboorteakte. Na de toespraken wordt de school dan plechtig geopend en ik heb de eer om mee het lint door te knippen. Een kleine stap in de ontwikkeling van Burkina Faso is wederom gezet.

In naam van Afrant spreek ik de officiële delegatie en de bevolking toe.


Het lint wordt doorgeknipt.