Op zondag 15 februari 2009 gaat onze voorlichtingscampagne in het kader van de strijd tegen AIDS van start met een theatervorming in het centrum Badenya te Nouna. Het is de tweede keer dat ik een dergelijke vorming voor de ‘troupe théatrale’ van Goni organiseer, maar deze keer zijn enkel de acteurs van de partij. De dansers zijn thuis gebleven. Tijdens een 4-tal dagen zullen we een theaterstuk voorbereiden waarmee we de dorpelingen in en rondom Goni kunnen informeren over de preventie en de behandeling van de ziekte AIDS. In enge zin gaat het dus eigenlijk om een theaterproject, maar dat verhindert ons niet om tegelijkertijd ook een nuttige boodschap te brengen. De creatie van het theaterstuk verloopt onder de deskundige leiding van Moussa Sangaré, animateur bij radio Kossi Kibaru en artistiek leider van de lokale theatergroep van Nouna. In zijn opdracht wordt Moussa bijgestaan door Koro en Draman, de twee acteurs van de compagnie TRAS théatre uit Bobo-Dioulasso die de dans- en theatervorming in maart 2008 hebben gegeven.
Moussa in actie
Een spontane en vlotte samenwerking tussen acteurs van verschillende theatergroepen in de leiding van een vorming, is misschien geen evidente zaak, maar ik ben van mening dat dit voor Moussa, Koro en Draman in kwestie wel een interessante uitdaging kan zijn. Een acteur in het bijzonder houdt immers nooit op met leren en op deze manier zouden verschillende theaterstijlen mekaar kunnen ontmoeten, met wie weet welk positief resultaat. Bovendien willen beide partijen natuurlijk aan mekaar bewijzen dat ze wel degelijk goed kunnen acteren, iets wat het niveau van de vorming alleen maar ten goede kan komen (kwestie van er een automatische kwaliteitscontrole in te stoppen, hèhè!). Voorwaarde voor een dergelijke samenwerking is wel dat de leiding en eindverantwoordelijkheid duidelijk bij één persoon wordt gelegd en dat de andere partij deze rolverdeling accepteert en respecteert. Twee regisseurs op een set geeft immers altijd aanleiding tot overuren, zo wist Gert mij nog te vertellen. De keuze voor Moussa als eindverantwoordelijke is eerder van praktische aard, aangezien het Moussa is die achteraf de troupe tijdens haar tournee in de dorpen zal begeleiden. Tenslotte is een team van drie theatertrainers geen overbodige luxe, als je weet dat het bij de troupe om amateurs gaat die echt nog wel individuele begeleiding kunnen gebruiken, al was het maar om de verschillende scènes in kleine groepjes te kunnen instuderen.
Koro, Draman en Moussa spelen een scène voor.
En dan is het de beurt aan Seydou, Mathieu en Moumbouni...
Op zondagavond is de aankomst van de deelnemers in het vormingscentrum voorzien. De theatergroep van Goni is aanwezig met in totaal 13 acteurs, nl. 8 mannen en 5 meisjes. Volwassen vrouwelijke leden heeft de troupe théatrale niet. Reeds vorig jaar heb ik mij deze vraag gesteld. Ik stel vast dat volwassen vrouwen in Goni in de eerste plaats met hun gezin bezig zijn en er dus wellicht weinig tijd overblijft om nog andere activiteiten te ondernemen. Of is het in een dorpscontext misschien niet gepast dat vrouwen theater spelen (om contact met andere mannen dan hun eigen echtgenoot te vermijden)? Om de AIDS-problematiek op een geloofwaardige manier over te brengen, is een evenwichtige rolverdeling, wat de seksen betreft, echter noodzakelijk. De deelname van minimum 5 meisjes heb ik dan ook als voorwaarde gesteld.
De meisjes geven van jetje!
Op maandag 16 februari begint de eigenlijke vorming in de voormiddag met een informatiesessie over AIDS, eerst en vooral voor de acteurs van de troupe zelf. Willen de acteurs hun boodschap op een overtuigende en spontane manier overbrengen, moeten ze natuurlijk zelf eerst goed geïnformeerd zijn, wat betreft het hele AIDS-verhaal. Deze infosessie wordt gegeven door Dauoda Ouédraogo, verantwoordelijke van de Association Trait d’Union des Jeunes Burkinabè (ATUJB). Deze Association houdt zich voornamelijk bezig met voorlichting op het vlak van AIDS en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
AIDS-voorlichtingsposter die niets aan de verbeelding overlaat
Dauoda heeft al zijn didactisch materiaal meegenomen, waaronder een kunstpenis, condooms (mannelijke en vrouwelijke) en posters met afbeeldingen die niets aan de verbeelding overlaten. Wegens schoolverplichtingen kom ik zelf tegen het einde van de sessie binnen en zie dat de mannen aandachtig de posters aan het bestuderen zijn. De meisjes echter zitten er maar wat stilletjes bij en werpen slechts een snelle blik op de afbeeldingen alvorens ze aan hun buurmeisje door te geven. Wellicht is het voor hen de eerste keer dat ze op een dergelijk confronterende manier met de AIDS-problematiek in aanraking komen, als het al niet de eerste keer is dat ze überhaupt iets over AIDS vernemen. Een moeilijke en grote stap voor de 5 meisjes, maar ze zullen erdoor moeten, want we hebben hen nodig. Het standpunt van de meisjes is echter even snel als duidelijk: als het de bedoeling is dat ze de scènes moeten spelen die op de posters afgebeeld staan, doen ze niet meer mee en gaan ze naar huis. Arsène, de verantwoordelijke van de troupe, maakt hen duidelijk dat dit helemaal niet de bedoeling is. Ze moeten enkel goed weten waarover het gaat, zodat ze achteraf de boodschap nog beter kunnen overbrengen.
Nee, er worden geen naaktscènes gespeeld!
Maandagnamiddag wordt er dan van start gegaan met de voorbereiding van het theaterstuk. Dit vergt natuurlijk even ernstig overleg tussen Moussa, Koro en Draman om de violen gelijk te stemmen en een gezamenlijk concept uit te werken. De hoofddoelstelling is dat er met het stuk een drievoudige boodschap wordt overgebracht, nl. de promotie van voorbehoedsmiddelen, de promotie van het vrijwillig ondergaan van een AIDS-test en de afkeuring van de stigmatisering van mensen met HIV al dan niet AIDS. Uiteindelijk wordt geopteerd voor een ‘création collective’, waarbij er een verhaallijn wordt uitgestippeld, maar het de acteurs zelf zijn die hun tekst fabriceren. Men onthoudt immers beter de zinnen die men zelf geconstrueerd heeft, dan woorden die men in de mond gelegd krijgt. Tijdens de repetities zal er dan beetje bij beetje aan de tekst gesleuteld worden, zodat de verschillende boodschappen duidelijk naar voor komen. Ook het aantal scènes ligt niet op voorhand vast, maar zal in de loop van de creatie bepaald worden.
Arsène, Koro, Moussa en Draman in de cabaret-scène
Moussa wil het theaterstuk brengen onder de vorm van het zgn. ‘Théatre-forum’. Hij is er immers van overtuigd dat dit de beste manier is om een mentaliteit bij een publiek te veranderen. Bij het ‘Théatre-forum’ wil men het publiek maximaal bij het stuk betrekken. De interactie tussen de theatergroep en het publiek is zeer belangrijk. Concreet betekent dit dat voor het stuk begint, de theatergroep zich collectief onder leiding van een zgn. ‘joker’(= de man die de interactie tussen de theatergroep en het publiek verzorgt) aan het publiek voorstelt. Na de voorstelling wordt het publiek dan door de joker ondervraagd over de verschillende personages die in het stuk hebben meegespeeld. Hoe heet het personage, wat heeft hij/zij juist gedaan en is dat goed of slecht? Op die manier probeert men te bekomen dat de boodschap die men wil brengen, optimaal doordringt in de hoofden van het publiek.
Regelmatig wordt er in kleine groepjes gerepeteerd.
Hoewel er de volgende dagen vlijtig gerepeteerd wordt, duiken al gauw de gekende problemen op die zich ook tijdens de vorming van vorig jaar voordeden. Veel leden van de troupe hebben problemen met het ‘gedisciplineerde’ karakter van de vorming. Tijdens deze vier dagen is het enkel de voorbereiding van het theaterstuk waar ze aan moeten denken. Dit betekent concentratie, stilte en oefening. Vooral de meisjes kunnen tijdens de repetities moeilijk de volledige stilte bewaren. Bovendien hebben de acteurs moeite om al de aanwijzingen die hen gegeven worden, ondanks hun goede wil, te onthouden en concreet in hun spel toe te passen. Dit heeft als gevolg dat het geduld van de drie theatertrainers danig op de proef gesteld wordt. Ze moeten immers steeds opnieuw hetzelfde herhalen. Op die manier wordt het stuk aan een zeer langzaam tempo tot een samenhangend geheel gesmeed.
Sali, de superster van de troupe théatrale de Goni
Nogmaals is het mij tijdens deze vorming duidelijk geworden hoe belangrijk het wel is dat kinderen naar school gaan. Misschien niet zozeer omwille van de leerstof, maar wel omwille van de gewoonte die aangeleerd wordt om steeds opnieuw nieuwe zaken in zich op te nemen en in de praktijk toe te passen. Het is immers deze gewoonte die het beste wapen vormt om de problemen op te lossen waarmee ze in hun leven geconfronteerd zullen worden. Een mens is nu eenmaal gedoemd om zijn leven lang te leren en problemen op te lossen. Dus kan hij hier maar beter positief tegenover staan en zijn gewoonte om steeds opnieuw nieuwe kennis in zich op te nemen en toe te passen, perfectioneren. Mensen, zoals de acteurs van Goni, die nooit de kans hebben gehad om deze gewoonte tot leren, systematisch op school aangeleerd te krijgen, hebben veel meer inspanning en tijd nodig om een theaterstuk voor te bereiden. De waarheid is echter dat dit zich niet enkel beperkt tot de voorbereiding van een theaterstuk, maar dat dit van toepassing is op al de problemen die zich in hun leven stellen.
Hoe speel je nu weer juist die cabaret-scène?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten