vrijdag 22 februari 2008

Week 11/02/08 – 17/02/08

Door een tekort aan middelbare scholen en een gebrek aan openbaar vervoer zijn leerlingen uit de broussedorpen die hun diploma van lager onderwijs hebben behaald en een plaats op een middelbare school hebben weten te bemachtigen, verplicht om naar het stadje van hun middelbare school te verhuizen. Aldaar verblijven ze meestal in erbarmelijke omstandigheden. Veelal slapen ze op een matje op de grond, hebben ze ’s avonds geen licht om bij te studeren en rammelt hun maag meermaals van de honger. Onder deze voorwaarden is het niet altijd gemakkelijk om op studiegebied prestaties te leveren. Het is schrijnend dat heel wat leerlingen met werkelijk niets naar het stadje van hun middelbare school gestuurd worden en zich daar maar moeten weten te beredderen, zeker als je moet vaststellen dat deze leerlingen zich ook in jouw eigen klas bevinden. Om aan deze problematiek tegemoet te komen, ondersteunt Afrant zogenaamde ‘foyers’, dit zijn huizen waarin deze jongeren in gemeenschap leven en in min of meer aanvaardbare omstandigheden onderwijs kunnen volgen. Wil men de resultaten van het middelbaar onderwijs verbeteren, mag men ook dit aspect niet uit het oog verliezen.

De binnenplaats in de foyer van Zéphyrin te Nouna

Een eerste foyer bevindt zich in Nouna en is opgericht door abbé Zéphyrin Bagnawa. In dit leerlingenhuis wonen tijdens het schooljaar twaalf jongeren (acht jongens en vier meisjes) samen met een huisbewaarder. Drie jongens gaan nog naar de lagere school, de anderen volgen middelbaar onderwijs. De leerlingen verblijven hier in relatief comfortabele omstandigheden. Er zijn drie slaapkamers die elk uitgerust zijn met vier bedden (matras en muskietennet inbegrepen). Zéphyrin voorziet een budget zodat de jongeren ’s middags in een ‘restaurant’ kunnen gaan eten (een restaurant naar Afrikaanse normen wel te verstaan!). ’s Avonds koken ze hun eigen potje op een houtvuur in de foyer.

De leerlingen van Zéphyrin


Oefeningen maken op het schoolbord

Sinds kort is nu ook de elektriciteitsaansluiting operationeel waardoor er ’s avonds voldoende licht is om te studeren. Voordien moest men zich behelpen met heroplaadbare lampen. Water dienen de leerlingen vooralsnog met een watertank te gaan halen bij een waterput in de buurt. Kleren wassen doen de jongeren natuurlijk ook zelf. Verder heeft Zéphyrin nog een kippenhok voorzien en verscheidene fruitbomen geplant. Het verblijf in de foyer is in principe gratis, maar aan de ouders wordt wel gevraagd om aan hun zoon of dochter voldoende gierst mee te geven voor de maaltijd ’s avonds.

Natuurlijk moet er ook gewassen worden.

Zéphyrin heeft vastgesteld dat sinds de opstart van de foyer de resultaten op school spectaculair vooruit zijn gegaan. Voordien werden de leerlingen ondergebracht bij families te Nouna waardoor ze al te veel afgeleid werden van het eigenlijke studiewerk. Vooral voor de meisjes bleek dit nefast te zijn, aangezien er altijd het risico bestond op een ‘onvoorziene’ zwangerschap. Een dergelijk leerlingenhuis biedt wel degelijk de gunstige omgeving opdat de jongeren zich volledig op hun studies kunnen concentreren. Hiervan is Eli een voorbeeld. Tot vorig schooljaar verbleef Eli in de foyer en studeerde hij bouwkunde aan het CFP. Op het einde van het schooljaar heeft hij zijn CAP (Certicficat d’Aptitude Professionnelle) behaald en momenteel studeert hij verder in Ouagadougou om zijn Bacchaloréat Professionnelle te behalen. Voor de toekomst wil Zéphyrin de foyer nog uitbreiden met slaapgelegenheid voor 24 extra leerlingen en een bibliotheek, maar vooralsnog ontbreken hiervoor de middelen.

Eli voor zijn foyer te Nouna

Een tweede foyer die Afrant ondersteunt, bevindt zich in Tansila, een dorp op 5 km van de grens met Mali en tevens het geboortedorp van abbé Pierre Sanou. Op dit moment wordt er de laatste hand gelegd aan de twee slaapzalen en de eetzaal-studieruimte. Normaal zal alles afgewerkt zijn om volgend schooljaar een eerste 15-tal leerlingen te ontvangen. Op lange termijn zullen hier veertig jongeren verblijven. Het doel is hetzelfde als in Nouna, nl. leerlingen uit de omgeving van Tansila een optimale omgeving bieden voor hun studies aan het college van Tansila.

De foyer in Tansila: op de voorgrond de eetzaal-studieruimte met daarachter de slaapzalen


Abbé Pierre Sanou (rechts) met zijn nonkel voor de slaapzalen

Tenslotte heb ik nog een derde foyer bezocht te Nouna. Dit leerlingenhuis wordt gehuurd door de vereniging ‘Bee ka denw’ die speciaal voor behoeftige kinderen is opgericht door René Dabou samen met een aantal weduwen. De vereniging huisvest in totaal 22 jongeren waaronder 5 meisjes en 17 jongens. Het zijn de jongens die in het huis slapen, de meisjes zijn gelogeerd bij de familie die het huis verhuurt.

De foyer van René

In deze foyer zijn de omstandigheden echter heel wat minder gunstig dan bij Zéphyrin, je kan gerust zeggen Spartaans. Er zijn geen bedden, noch matrassen, noch muskietennetten. Alle jongens slapen op een dun matje op de grond. Bovendien is er geen elektriciteit, dus geen licht om ’s avonds te studeren. René heeft enkel de middelen om een paar olielampen ter beschikking te stellen. Het grootste probleem is echter de honger. In principe zou elke jongere die in de foyer verblijft, over een heel schooljaar 180 kg gierst van thuis moeten meebrengen. In de praktijk blijkt dit een probleem en de vereniging heeft ook geen geld om eten te kopen. Drie van de weduwen komen wel elke dag meehelpen koken.

De leerlingen van René


De bezieler van de foyer, René, met zijn meisjes-leerlingen

De situatie van deze jongeren gaat René zeer ter harte en hij engageert zich dan ook ten volle, ondanks het totale gebrek aan middelen, om dit leerlingenhuis te doen draaien. Zo geeft René elke vrijdagavond zelf les aan heel de groep. Hij bespreekt samen met de jongeren thema’s als ‘hoe in gemeenschap te leven’ en ‘hoe op een positieve manier tegenover het leven te staan’. Graag zou René de foyer zelfbedruipend laten worden, althans wat het eten betreft. Hiervoor wil hij een stuk grond verwerven waarop de leerlingen tijdens het schooljaar hun eigen gewassen kunnen telen. Op die manier hoopt hij ook zijn vereniging een meer stabiele basis te geven.

De jongens van de foyer van René

Het mag duidelijk zijn dat het volgen van middelbaar onderwijs in de regio van Nouna geen evidente zaak is. Niet alleen is er een tekort aan middelbare scholen, maar ook de omstandigheden waarin de leerlingen moeten studeren laten vaak te wensen over. Een leerling wordt hier veel minder dan bij ons in Europa omringd door personen en instanties die hem of haar op studiegebied ondersteunen en motiveren. Meer dan ooit hangt het van het doorzettingsvermogen van de jonge knaap zelf af, of hij zal slagen of niet. De oprichting van de hierboven besproken foyers waarin jongeren samen kunnen leven en studeren en zich samen op hun studies kunnen concentreren, beschouw ik dan ook als een goede zaak. Wil men de resultaten van het middelbaar onderwijs verbeteren, mag men ook dit aspect niet uit het oog verliezen.

Donderdag loop ik nog eens langs bij het atelier van Innocent om te zien in hoeverre de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo zich al gematerialiseerd hebben. Na het proefmodel afgewerkt te hebben, heeft Innocent nu ook het frame samen met twee wanden voor elk van de vijf overige kasten al in elkaar gezet. Het ziet er alleszins veelbelovend uit!

De frames voor de vijf overige kasten voor de lagere school van Biron-Bobo

Nu de inwoners van Goni meer dan een week de tijd hebben gehad om over mijn voorstel van een vorming in verband met theater en dans van gedachten te wisselen, keer ik zaterdagnamiddag terug naar Goni om te horen of ze mijn voorstel aannemen. Op de vergadering van de dorpsraad blijken de verantwoordelijken van de verschillende groepen zeer enthousiast. Ze hebben alleszins meer dan veertig kandidaten gevonden die wensen deel te nemen aan de vorming en ze zijn al druk bezig met oefenen om te zien wie echt talent heeft. Op de vorming zal echter slechts plaats zijn voor dertig man. Ik herhaal nogmaals dat het goed zou zijn dat de groep uit een mengeling van jongere en oudere deelnemers zou bestaan en vraag of er voldoende jonge kandidaten zijn. Men antwoordt mij dat er jonge deelnemers in overvloed zijn en deze laatste worden prompt aan mij in formatie gepresenteerd. Zou het dan niet goed zijn om de vorming tijdens de paasvakantie te organiseren? Ik krijg het antwoord dat dit niet nodig is, aangezien deze jongeren toch niet naar school gaan. Het is zelfs beter om de vorming niet te lang meer uit te stellen. Anders gaan de kandidaten denken dat ze toch niet zal plaatsvinden. Ik trek mijn ogen open, al die stakkers gaan dus niet naar school…

Het klasgebouw van de middelbare school te Goni

Wat de uitrusting betreft, hebben de inwoners al een grillot gevonden die twee nieuwe balafons (balafon = een Afrikaanse xylofoon) verkoopt. (de grillots zijn die groep van mensen in Burkina die hun kost verdienen met muziek te maken door te spelen op de balafon, de djembé en tal van andere instrumenten). Voor de djembé zal ik zelf zorgen. Ook voor de kledij wil ik een bijdrage leveren en om een idee te hebben van het budget dat ik moet voorzien, vraag ik dan ook hoeveel kostuums men op het oog heeft en de prijs van zo één kostuum. Onder de leden van de dorpsraad bevinden zich verschillende kleermakers en deze beginnen onmiddellijk te discussiëren over stoffen en afmetingen. De délégué die zelf ook kleermaker is, haalt er zelfs verschillende stalen bij. Omdat de discussie dreigt te ontaarden, maak ik zelf maar een schatting en hoop dat deze min of meer zal kloppen. In ieder geval ben ik blij op zo veel enthousiasme te mogen rekenen. Volgende week zal men mij al een eerste staaltje van de ingeoefende dansen presenteren.