dinsdag 13 november 2007

Week 05/11/07 – 11/11/07

Deze week heb ik ’s nachts voor de eerste keer een deken moeten gebruiken. Tot nu toe heb ik altijd zonder geslapen. De nachten worden merkbaar frisser. Dit heeft ervoor gezorgd dat het aantal muggen fel gedaald is. Overdag blijft het echter serieus warm. De temperatuur stijgt ’s middags nog makkelijk boven de 30°C. Hoewel de muggenplaag nu zowat voorbij is, zijn het nu de wind en het opvliegend stof die de mensen het leven zuur maken.

Woensdagmorgen word ik bij het begin van mijn les getroffen door een stekende pijn links onderaan in de buik. Mijn aantal lesuren zijn echter beperkt en ik wil geen twee uur verliezen aan wat buikpijn, dus ik bijt op mijn tanden en ga door met lesgeven. Aanvankelijk heb ik het serieus moeilijk, maar naarmate de les vordert, voel ik mij terug wat beter. Na de les echter keert de pijn in alle hevigheid terug. Ik slaag er nog amper in om rechtop te lopen. Ik vrees voor een ‘appendicitis’, dus ik moet in het ziekenhuis zien te geraken. Ik strompel naar het huis van mijn buurman Sidoine en vraag hem om een ambulance te laten komen, want achterop een moto zitten, is geen optie meer. Sidoine is op dat moment net informaticales aan het geven aan Salif Toé, een collega van het CFP. Salif belt onmiddellijk via via het ziekenhuis op en na tien minuten is de ambulance er. De sirene hoeft niet echt op, want buiten een handvol fietsers en bromfietsers is het verkeer in Nouna op dat moment vrij beperkt. Bovendien ligt het ziekenhuis hooguit een kilometer verderop. Salif vergezelt mij in de ambulance.

De spoeddienst van het ziekenhuis te Nouna

Aangekomen op de spoeddienst van het ziekenhuis, kronkel ik verder van de pijn en weet mijn lichaam geen houding te geven. Ik heb zowaar alle mogelijke standjes uitgeprobeerd, denk ik. De dokter van wacht onderzoekt mij en besluit al gauw dat het geen ‘appendicitis’ kan zijn, want dan zou de pijn zich rechts onderaan in de buik voordoen. Waarschijnlijk gaat het om een verteringsprobleem. Ondertussen zijn Sidoine, Honoré en Frédo, vrienden-collega’s van het CFP, mij gevolgd naar het ziekenhuis. Wel sympathieke jongens! Veel kunnen ze echter niet doen en ik ga rustig door met kermen op het bed van de spoeddienst. De verpleegster legt een infuus aan, maar steekt de naald naast de ader in plaats van erin, waardoor heel mijn hand begint op te zwellen. Ik vertel de dokter dat ik de avond voordien bonen heb gegeten en al gauw verschijnt er op het aangezicht van de omstaanders een meewarige glimlach. Bonen dienen blijkbaar met ‘potasse’ bereid te worden, zo niet dreigen ze maag en darmen op te blazen en dat kan serieuze pijn veroorzaken. Het is verbazingwekkend hoe snel het nieuws hier de ronde doet, want nog geen half uur later komen abbé Zéphyrin en abbé Bernard mij al een bezoekje brengen.

De afdeling Oftalmologie

Na zo’n kleine drie uur afgezien te hebben, begint de pijn te verminderen. Ik maak mij al klaar om mij terug aan het werk te begeven, maar niets daarvan. Ik moet tot ’s avonds in observatie blijven tot heel het infuus leeg is. Van de namiddag maak ik dan maar wat gebruik om te recupereren en bij te slapen. Geleidelijk verdwijnt de pijn volledig. ’s Avonds, rond 19u00, kan ik dan ook zonder problemen, maar met opgezwollen rechterhand, naar huis.

De afdeling Stomatologie

Het ziekenhuis van Nouna is een CMA, een ‘Centre Medical avec Antenne chirurgicale’. Dit wil zeggen dat men kleine chirurgische ingrepen kan uitvoeren, waaronder keizersnedes en wegname van de appendix. Een CMA wordt normaal bemand door twee artsen. Hier in Nouna zijn het er echter negen door de aanwezigheid van het ‘Centre de Recherche en Santé’, waar heel wat wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. Het CMA van Nouna beschikt over drie gespecialiseerde afdelingen: 1) ogen, 2) neus, keel en oren en 3) mond en tanden. Enkel de afdeling oftalmologie wordt geleid door een arts. Het is met deze afdeling dat de Italiaanse Suzanne samenwerkt. De andere twee afdelingen worden geleid door twee verplegers die een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd.

Het Collège Charles Lwanga

Donderdag breng ik een bezoek aan het Collège Charles Lwanga (CCL) te Nouna. Op deze middelbare school zitten zo’n 400-tal leerlingen verdeeld over acht klassen. De leerlingen kunnen er les volgen van het eerste tot en met het vierde middelbaar. In het Burkinese algemeen secundair onderwijs kan men na het vierde middelbaar reeds een eerste diploma behalen, nl. het BEPC of ‘Brevet d’Etude du Premier Cycle’. Wil men echter zijn BAC of ‘Bacchaloréat’ behalen, het diploma dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, dient men nog drie jaar middelbaar bij te doen. Dit kan evenwel niet op het CCL. Voor heel de provincie Kossi is het enkel het provinciaal lyceum te Nouna (en eventueel het klein seminarie, maar daar zitten slechts vijftig leerlingen) dat de tweede cyclus organiseert en waar men dus de BAC kan behalen.

De bibliotheek van het college

Het bisdom dat eigenaar is van het terrein en de gebouwen van het CCL, wil het secundair onderwijs op het college in de toekomst uitbreiden met een tweede cyclus. Hiertoe dienen nieuwe gebouwen opgetrokken te worden, en men wenst het dossier ter financiering voor te leggen aan Afrant. Vandaar dat ik reeds op verkenning trek. Het CCL wordt echter bestuurd door de orde ‘Broeders van de Christelijke Scholen’ en de directeur is op dit moment niet zo voor een uitbreiding met een tweede cyclus te vinden, aangezien het college met geldproblemen kampt. Deze geldproblemen zijn mede een gevolg van het feit dat de staat haar bijdrage tot het schoolgeld van de leerlingen laattijdig betaald.

De tuin van het college

Een leerling heeft in het Burkinees secundair onderwijs twee mogelijkheden: ofwel wordt hij door de staat aan een school toegewezen, ofwel stapt hij (of zijn ouders) zelfstandig naar een school. Het meest voordelige is dat de leerling door de staat aan een school toegewezen wordt, aangezien de staat dan een deel van het schoolgeld voor haar rekening neemt. Hiertoe heeft de staat een contract getekend met een aantal scholen, voornamelijk uit het katholiek onderwijs. De school zal x aantal plaatsen reserveren voor leerlingen die door de staat gezonden worden. Om van deze regeling te kunnen genieten, dient de leerling op zijn eindexamen van het lager onderwijs echter wel een minimum aantal punten te behalen. Het aandeel dat de staat betaalt voor een leerling die naar een school van de staat gaat (vb. provinciaal lyceum) is wel beduidend groter dan wanneer het om een privé-instelling gaat (vb. Collège Charles Lwanga).

Eén van de drie waterbassins in de tuin van het college

Het diploma van lager onderwijs ofwel het BEP (Brevet d’Etudes Primaires) geeft rechtstreeks toegang tot het secundair onderwijs. De scholen waar de staat haar uitverkoren leerlingen naartoe stuurt, organiseren echter nog een wedstrijd om de overige plaatsen (die nog overblijven naast de gereserveerde) ingevuld te krijgen. Als je dus het ongeluk hebt om niet door de staat aan een school toegewezen te worden, moet je bij sommige scholen nog een ingangsexamen doen om toegelaten te worden. Bovendien dien je de volle pot van het inschrijvingsgeld te betalen.

Soumaël, Ousmane en Kassou

Tachtig procent van de leerlingen van het CCL wordt door de staat aan de school toegewezen. Het schoolgeld bedraagt 70 000 CFA (= 105 €) en 21 000 CFA daarvan wordt door de staat betaald. Wanneer de staat haar bijdrage laattijdig betaalt, betekent dit voor het college een financiële aderlating. Bovendien staat het college (uit noodzaak) toe dat de ouders hun bijdrage tot het schoolgeld in schijven betalen. Ziehier een gedeeltelijke verklaring voor de moeilijke situatie waarin het college verkeert. Nouna en de provincie Kossi hebben zeker nood aan een bijkomende onderwijsinstelling waar leerlingen hun Bacchaloréat kunnen behalen.
De directeur van het CCL vreest echter dat het creëren van een tweede cyclus op zijn college op dit moment enkel zal leiden tot een diepere financiële put.

Bienvenue besproeit zijn tuin.

Ondanks de geldproblemen heeft het college nog een curiositeit te bieden. De school heeft een tuin die verdeeld is in zo’n 300-tal lapjes grond en waar de leerlingen van het eerste tot en met het derde middelbaar hun eigen groenten op telen. Het CCL beschikt over een diepe boring en een château d’eau waarmee dagelijks drie bassins met water gevuld worden. Elke schooldag na de lessen om 17u00 kan je de leerlingen hun lapje grond zien bewerken en besproeien. De verzorging van de tuintjes is geïntegreerd in het puntensysteem. Tijdens mijn bezoek aan de tuin kom ik Kassou, Soumaël en Ousmane tegen, drie jongens die in de Foyer van abbé Zéphyrin verblijven en waaraan ik elke week bijles wiskunde geef. Tevens neem ik een aantal foto’s van Bienvenue die zeer toegewijd ajuinen in zijn tuin aan het planten is.

Toegewijd plant Bienvenue zijn ajuinen

Vrijdagvoormiddag brengen Innocent en ik een bezoek aan de lagere school van Biron (zie apart verslag). Hierna wil Innocent nog naar Dedougou verder rijden om zijn moto bij een mecanicien te laten nakijken en repareren. Zo gezegd, zo gedaan en nadat we ons bezoek aan Biron afgerond hebben, scheren we weg richting Dedougou. We zijn echter nog geen twee kilometer op de grote weg aan het rijden of we hebben niet één, maar twee lekke banden tegelijkertijd. Het lijkt wel alsof de duivel ermee gemoeid is. Gelukkig komt er een brave ziel Isa voorbij die bereid is om mij op zijn brommertje een lift naar Dedougou te geven.

Isa en Innocent bekijken de twee lekke banden

Na van de verbazing bekomen te zijn, snorren Isa en ik weg, terwijl we Innocent bij de moto achterlaten. Gelukkig krijgt ook Innocent niet veel later een lift van een vrachtwagen en arriveert hij korte tijd na mij in Dedougou. Bij de mecanicien wordt de moto bliksemsnel tot op het bot uiteen gevezen. In de namiddag zet ik in een internetcafé nog een aantal foto’s op de blog, maar de verbinding is zowaar nog langzamer dan die van Ocades in Nouna. Gelukkig is de moto tegen 18u00 klaar. We kopen nog een aantal stokbroden om op onze terugweg bij de lagere school van Biron af te geven. Om 18u30 is het zo goed als donker en beginnen we aan onze terugrit. Eenmaal de duisternis ingetreden daalt de temperatuur snel. Wat een zalige frisse lucht…

Bij de mecanicien in Dedougou wordt de moto in geen tijd gedemonteerd.

Geen opmerkingen: