
Natalie, Rafaël en hun zoontje Herbert
Zoals gewoonlijk is het weer een heel gemoedelijke bedoening. Van maandag tot en met zaterdag wordt er hard gewerkt (jawel, een zesdagenwerkweek), dus op zondag gaat het er iets rustiger aan toe. Na de mis komen vrienden bij Rafaël samen om te kaarten, vrienden lopen binnen en buiten en wie ’s middags aanwezig is, eet gewoon mee. Als attentie neem ik een 10-tal bananen mee. Het is een sobere maaltijd, dagelijkse kost, de tô met de saus van gombo, en daarna nog pindanoten en natuurlijk de straffe zoete thee. De watermeloenen zijn nu in aanbieding, dus komen er ook grote stukken watermeloen op tafel. Het is een heel ontspannen gebeuren.

Zondagmiddag bij Rafaël
Om 15u30 moet ik door, want aan de kathedraal heb ik afgesproken met Auguste, een jobstudent in het vormingscentrum en leerling van het klein seminarie hier in Nouna, om bij hem thee te komen drinken. Door een misverstand missen we elkaar en ik begin dan maar een beetje door de straten van Nouna te fietsen. Onderweg koop ik nog twee zakjes arachides of pindanoten. Die worden hier in kleine zakjes verkocht en ik moet er echt mee oppassen, want ik zou er mij ziek in eten. Als ik ergens een foto wil trekken, word ik spontaan aangesproken door een man die vraagt of ik geen zin heb om bij hem thee te komen drinken. Ik was toch van plan om bij Auguste thee te drinken, dus ik denk bij mezelf waarom niet. De man woont vlakbij, blijkt Simia Hadara te heten en is onderwijzer. Dit jaar is hij door het ministerie toegewezen aan een lagere school in Bouakouy dichtbij Djibasso. Tot donderdag is hij nog in Nouna, daarna verhuist hij naar het dorp van zijn school. Zijn familie blijft wel hier. Simia is de zoon van een imam. Zelf is hij echter geen echte praktiserende moslim. In Nouna zijn er een 10-tal moskees en elke etnische groep heeft zijn eigen moskee. Ik vraag Simia uit over de aanwezigheid van kinderen in het straatbeeld van Nouna die rondlopen in een vuile T-shirt met een emmertje en die bedelen om eten of geld. Simia legt uit dat dit zgn. ‘mandiats’ zijn, kinderen die door hun ouders naar Nouna zijn gestuurd om door een marabou te worden onderwezen in de koran. De marabou geeft de kinderen noch te eten, noch de gelegenheid om zich te wassen. Daarvoor moeten de kinderen zelf zorgen. Het is een doelbewuste manier om de kinderen voor te bereiden op de hardheid van het bestaan. De enige taak van de marabou is de kinderen verzen uit de koran te doen reciteren. Toch is de marabou geen imam.

Simia en zijn dochter bij het zetten van de thee
Op dinsdag ga ik met Innocent een brommer kopen. Deze brommer is niet zomaar bedoeld om door de straten van Nouna te flaneren, maar wel om de verschillende projecten van Afrant in de regio te bezoeken. Ik ben echter een volslagen brommerleek, heb bij mijn weten nog nooit zelf op een brommer gereden en laat mij dan ook begeleiden door een ervaren expert. Innocent is mecanicien en lasser van opleiding. Hij heeft eerst de prijzen van één model in Bobo-Dioulasso en Nouna vergeleken en weet uiteindelijk voor mij een brommer in Nouna te strikken aan een uiterst gunstige prijs, met helm en nummerplaat inbegrepen. Twee merken van motoren die in Burkina erg populair zijn, zijn Kaiser en Yamaha. Innocent heeft mij het model Yamaha ‘Dame’ aangeraden. Hij verzekert mij dat ik hiermee nog jaren zal rondrijden. Kaiser is goedkoper en ziet er flashier uit, maar de carrosserie blijkt minder robuust te zijn. Als je met een Kaiser valt, kan je hem naar de schroothoop brengen. Het model Yamaha ‘Dame’ is echt zeer populair in Burkina. De ironie wil echter dat de productie van dit model is overgenomen door Kaiser, maar de motor is wel Yamaha gebleven. Dus nu rijd ik rond met een Kaiser-Yamaha ‘Dame’. De aankoop van mijn brommer gaat niet onopgemerkt voorbij. Iedereen feliciteert mij en wenst mij het allerbeste met mijn nieuwe vrouw. Rondrijden op een brommer maakt hier in Burkina deel uit van de cultuur, het is de ‘Burkinian way of life’.

Voilà la mobylette met Innocent en mezelf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten