Op school loopt het tweede semester stilaan op zijn einde. In de week van 3 tot 7 maart zijn het examens. Daarna volgt een week voor het verbeterwerk en het berekenen van al de punten. Sommige leerkrachten hebben zoveel leerlingen dat een week tijd werkelijk nodig is. Dit betekent natuurlijk dat er een week minder les kan gegeven worden. Vervolgens kunnen we ons dan opmaken voor de paasvakantie. In navolging van het artikel van vorige week wil ik nog vermelden dat mijn school, het CFP, zelf ook over drie slaapzalen beschikt waar zo’n 44 leerlingen verblijven. Met het oog op hun studieresultaten beoordeel ik de omstandigheden waarin deze leerlingen leven als vrij gunstig. Ze kunnen vrij het water gebruiken van de pomp van de school en ’s avonds hebben ze toegang tot een aantal klaslokalen waar er elektriciteit en licht is om te studeren (als er geen stroomonderbreking is ). Hoewel ik vaak een aantal leerlingen met potten en pannen in de weer zie, gaat het merendeel van hen eten in een restaurant. Aan het verblijf in de slaapzalen van het CFP hangt een prijskaartje van 20 000 CFA (= 30 €) per jaar.
De internen van het CFP voor hun slaapzalen
De waterpomp van het CFP
In een slaapzaal van het CFP
Ook deze week gaat Innocent rustig door met het fabriceren van de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo. Jullie zullen het mij vergeven als ik hiervan te veel foto’s op de blog zet, maar ik vind het gewoon formidabel hoe hij metaal weet om te vormen tot een proper afgewerkt gebruiksvoorwerp. En dat zonder al de moderne werktuigen die wij (in België) ter onzer beschikking hebben. Meermaals heeft Innocent zijn creativiteit aangesproken om zijn eigen werktuigen te maken. Het vergt werkelijk heel wat jaren ervaring om al de eigenschappen van metaal te kennen en exact te weten hoe het zal reageren onder welke omstandigheden.
Een deur staat klaar om gelast te worden.
Innocent doet zijn job.
Innocent met een zelfgefabriceerd metaalschaar
Vrijdagnamiddag heb ik mijn afspraak met het cultureel gezelschap van Goni. De vergadering gaat zoals gewoonlijk door op het erf van de délégué. Ondertussen liggen de data voor de vorming vast. De vorming in verband met dans en theater zal plaatsvinden van 10 tot en met 14 maart in het vormingscentrum Badenya te Nouna. Aan abbé Pierre die de vorming ‘radio en theater’ (zie een vorig artikel) georganiseerd heeft, heb ik gevraagd om voor mij een animator te regelen die het Djoela beheerst, d.i. de taal van de inwoners van Goni. Het lijkt mij het beste als de animator zich rechtstreeks tot de mensen in hun eigen taal kan wenden zonder dat er een vertaler aan de pas moet komen. Abbé Pierre heeft mij gesproken van een cultureel netwerk in Bobo-Dioulasso waar dergelijke animatoren kunnen ingehuurd worden.
De twee balafons voor het cultureel gezelschap van Goni
In ieder geval zou het fijn zijn als de vorming de week van de 10e maart zou kunnen doorgaan. Immers, op zaterdag 15 maart wordt het feest van St. Joseph gevierd en aan de vooravond hiervan, op vrijdagavond (14 maart), zullen een aantal optredens op het podium naast de kathedraal plaatsvinden. Ik heb aan abbé Paul die de avond organiseert, gevraagd om ook 15 minuten (de tijdslimiet per optreden) voor de groep van Goni te reserveren. Dan kunnen we tijdens de vorming al meteen een concreet optreden voorbereiden, wat hopelijk ook de motivatie van de deelnemers zal verhogen.
De kalebassen onder de houten staven dienen als klankkast.
Wanneer ik tijdens onze vergadering op vrijdagnamiddag het feest met het bijhorend optreden aan de verantwoordelijken van de verschillende culturele groepen voorstel, reageren ze allen enthousiast. Aangezien het om een katholiek feest gaat en er bij het cultureel gezelschap van Goni ook een heleboel moslims zitten, stel ik de vraag of zij hiermee geen problemen hebben. Ze antwoorden echter dat dit helemaal geen kwaad kan. En inderdaad, sinds het begin van mijn verblijf in Burkina Faso, een land waar het christendom en de islam als prominente godsdiensten aanwezig zijn, heb ik eigenlijk nog niets gemerkt van onderlinge spanningen. De aanhangers van beide religies leven voor zover ik het kan beoordelen, met elkaar in harmonie samen. De feestdagen van beide godsdiensten worden door de overheid erkend met als gevolg dubbel zoveel feestdagen als bij ons…
Voorstelling van de kostuums op de tonen van de balafon
Vervolgens kunnen we overgaan tot de aankoop van de twee balafons. De grillots hebben de balafons meegebracht en beginnen erop te spelen alsof hun leven ervan afhangt. Tijdens hun spel worden meteen ook al twee ‘kostuums’ voorgesteld. Hoewel men mij voor deze vergadering ook had beloofd een aantal dansen en sketches voor te stellen, heeft een overlijden in het dorp de afgelopen week roet in het eten gegooid, waardoor de voorbereiding niet heeft kunnen plaatsvinden. Dat zal dan iets voor de volgende vergadering worden. Desalniettemin zetten een aantal aanwezige jongeren op het ritme en de tonen van de balafons hun beste beentje voor…
De voorstelling lokt heel wat kijklustigen.
Kinderen van Goni
Jongeren van Goni zetten op de tonen en het ritme van de balafons hun beste beentje voor.
donderdag 28 februari 2008
vrijdag 22 februari 2008
Week 11/02/08 – 17/02/08
Door een tekort aan middelbare scholen en een gebrek aan openbaar vervoer zijn leerlingen uit de broussedorpen die hun diploma van lager onderwijs hebben behaald en een plaats op een middelbare school hebben weten te bemachtigen, verplicht om naar het stadje van hun middelbare school te verhuizen. Aldaar verblijven ze meestal in erbarmelijke omstandigheden. Veelal slapen ze op een matje op de grond, hebben ze ’s avonds geen licht om bij te studeren en rammelt hun maag meermaals van de honger. Onder deze voorwaarden is het niet altijd gemakkelijk om op studiegebied prestaties te leveren. Het is schrijnend dat heel wat leerlingen met werkelijk niets naar het stadje van hun middelbare school gestuurd worden en zich daar maar moeten weten te beredderen, zeker als je moet vaststellen dat deze leerlingen zich ook in jouw eigen klas bevinden. Om aan deze problematiek tegemoet te komen, ondersteunt Afrant zogenaamde ‘foyers’, dit zijn huizen waarin deze jongeren in gemeenschap leven en in min of meer aanvaardbare omstandigheden onderwijs kunnen volgen. Wil men de resultaten van het middelbaar onderwijs verbeteren, mag men ook dit aspect niet uit het oog verliezen.
De binnenplaats in de foyer van Zéphyrin te Nouna
Een eerste foyer bevindt zich in Nouna en is opgericht door abbé Zéphyrin Bagnawa. In dit leerlingenhuis wonen tijdens het schooljaar twaalf jongeren (acht jongens en vier meisjes) samen met een huisbewaarder. Drie jongens gaan nog naar de lagere school, de anderen volgen middelbaar onderwijs. De leerlingen verblijven hier in relatief comfortabele omstandigheden. Er zijn drie slaapkamers die elk uitgerust zijn met vier bedden (matras en muskietennet inbegrepen). Zéphyrin voorziet een budget zodat de jongeren ’s middags in een ‘restaurant’ kunnen gaan eten (een restaurant naar Afrikaanse normen wel te verstaan!). ’s Avonds koken ze hun eigen potje op een houtvuur in de foyer.
De leerlingen van Zéphyrin
Oefeningen maken op het schoolbord
Sinds kort is nu ook de elektriciteitsaansluiting operationeel waardoor er ’s avonds voldoende licht is om te studeren. Voordien moest men zich behelpen met heroplaadbare lampen. Water dienen de leerlingen vooralsnog met een watertank te gaan halen bij een waterput in de buurt. Kleren wassen doen de jongeren natuurlijk ook zelf. Verder heeft Zéphyrin nog een kippenhok voorzien en verscheidene fruitbomen geplant. Het verblijf in de foyer is in principe gratis, maar aan de ouders wordt wel gevraagd om aan hun zoon of dochter voldoende gierst mee te geven voor de maaltijd ’s avonds.
Natuurlijk moet er ook gewassen worden.
Zéphyrin heeft vastgesteld dat sinds de opstart van de foyer de resultaten op school spectaculair vooruit zijn gegaan. Voordien werden de leerlingen ondergebracht bij families te Nouna waardoor ze al te veel afgeleid werden van het eigenlijke studiewerk. Vooral voor de meisjes bleek dit nefast te zijn, aangezien er altijd het risico bestond op een ‘onvoorziene’ zwangerschap. Een dergelijk leerlingenhuis biedt wel degelijk de gunstige omgeving opdat de jongeren zich volledig op hun studies kunnen concentreren. Hiervan is Eli een voorbeeld. Tot vorig schooljaar verbleef Eli in de foyer en studeerde hij bouwkunde aan het CFP. Op het einde van het schooljaar heeft hij zijn CAP (Certicficat d’Aptitude Professionnelle) behaald en momenteel studeert hij verder in Ouagadougou om zijn Bacchaloréat Professionnelle te behalen. Voor de toekomst wil Zéphyrin de foyer nog uitbreiden met slaapgelegenheid voor 24 extra leerlingen en een bibliotheek, maar vooralsnog ontbreken hiervoor de middelen.
Eli voor zijn foyer te Nouna
Een tweede foyer die Afrant ondersteunt, bevindt zich in Tansila, een dorp op 5 km van de grens met Mali en tevens het geboortedorp van abbé Pierre Sanou. Op dit moment wordt er de laatste hand gelegd aan de twee slaapzalen en de eetzaal-studieruimte. Normaal zal alles afgewerkt zijn om volgend schooljaar een eerste 15-tal leerlingen te ontvangen. Op lange termijn zullen hier veertig jongeren verblijven. Het doel is hetzelfde als in Nouna, nl. leerlingen uit de omgeving van Tansila een optimale omgeving bieden voor hun studies aan het college van Tansila.
De foyer in Tansila: op de voorgrond de eetzaal-studieruimte met daarachter de slaapzalen
Abbé Pierre Sanou (rechts) met zijn nonkel voor de slaapzalen
Tenslotte heb ik nog een derde foyer bezocht te Nouna. Dit leerlingenhuis wordt gehuurd door de vereniging ‘Bee ka denw’ die speciaal voor behoeftige kinderen is opgericht door René Dabou samen met een aantal weduwen. De vereniging huisvest in totaal 22 jongeren waaronder 5 meisjes en 17 jongens. Het zijn de jongens die in het huis slapen, de meisjes zijn gelogeerd bij de familie die het huis verhuurt.
De foyer van René
In deze foyer zijn de omstandigheden echter heel wat minder gunstig dan bij Zéphyrin, je kan gerust zeggen Spartaans. Er zijn geen bedden, noch matrassen, noch muskietennetten. Alle jongens slapen op een dun matje op de grond. Bovendien is er geen elektriciteit, dus geen licht om ’s avonds te studeren. René heeft enkel de middelen om een paar olielampen ter beschikking te stellen. Het grootste probleem is echter de honger. In principe zou elke jongere die in de foyer verblijft, over een heel schooljaar 180 kg gierst van thuis moeten meebrengen. In de praktijk blijkt dit een probleem en de vereniging heeft ook geen geld om eten te kopen. Drie van de weduwen komen wel elke dag meehelpen koken.
De leerlingen van René
De bezieler van de foyer, René, met zijn meisjes-leerlingen
De situatie van deze jongeren gaat René zeer ter harte en hij engageert zich dan ook ten volle, ondanks het totale gebrek aan middelen, om dit leerlingenhuis te doen draaien. Zo geeft René elke vrijdagavond zelf les aan heel de groep. Hij bespreekt samen met de jongeren thema’s als ‘hoe in gemeenschap te leven’ en ‘hoe op een positieve manier tegenover het leven te staan’. Graag zou René de foyer zelfbedruipend laten worden, althans wat het eten betreft. Hiervoor wil hij een stuk grond verwerven waarop de leerlingen tijdens het schooljaar hun eigen gewassen kunnen telen. Op die manier hoopt hij ook zijn vereniging een meer stabiele basis te geven.
De jongens van de foyer van René
Het mag duidelijk zijn dat het volgen van middelbaar onderwijs in de regio van Nouna geen evidente zaak is. Niet alleen is er een tekort aan middelbare scholen, maar ook de omstandigheden waarin de leerlingen moeten studeren laten vaak te wensen over. Een leerling wordt hier veel minder dan bij ons in Europa omringd door personen en instanties die hem of haar op studiegebied ondersteunen en motiveren. Meer dan ooit hangt het van het doorzettingsvermogen van de jonge knaap zelf af, of hij zal slagen of niet. De oprichting van de hierboven besproken foyers waarin jongeren samen kunnen leven en studeren en zich samen op hun studies kunnen concentreren, beschouw ik dan ook als een goede zaak. Wil men de resultaten van het middelbaar onderwijs verbeteren, mag men ook dit aspect niet uit het oog verliezen.
Donderdag loop ik nog eens langs bij het atelier van Innocent om te zien in hoeverre de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo zich al gematerialiseerd hebben. Na het proefmodel afgewerkt te hebben, heeft Innocent nu ook het frame samen met twee wanden voor elk van de vijf overige kasten al in elkaar gezet. Het ziet er alleszins veelbelovend uit!
De frames voor de vijf overige kasten voor de lagere school van Biron-Bobo
Nu de inwoners van Goni meer dan een week de tijd hebben gehad om over mijn voorstel van een vorming in verband met theater en dans van gedachten te wisselen, keer ik zaterdagnamiddag terug naar Goni om te horen of ze mijn voorstel aannemen. Op de vergadering van de dorpsraad blijken de verantwoordelijken van de verschillende groepen zeer enthousiast. Ze hebben alleszins meer dan veertig kandidaten gevonden die wensen deel te nemen aan de vorming en ze zijn al druk bezig met oefenen om te zien wie echt talent heeft. Op de vorming zal echter slechts plaats zijn voor dertig man. Ik herhaal nogmaals dat het goed zou zijn dat de groep uit een mengeling van jongere en oudere deelnemers zou bestaan en vraag of er voldoende jonge kandidaten zijn. Men antwoordt mij dat er jonge deelnemers in overvloed zijn en deze laatste worden prompt aan mij in formatie gepresenteerd. Zou het dan niet goed zijn om de vorming tijdens de paasvakantie te organiseren? Ik krijg het antwoord dat dit niet nodig is, aangezien deze jongeren toch niet naar school gaan. Het is zelfs beter om de vorming niet te lang meer uit te stellen. Anders gaan de kandidaten denken dat ze toch niet zal plaatsvinden. Ik trek mijn ogen open, al die stakkers gaan dus niet naar school…
Het klasgebouw van de middelbare school te Goni
Wat de uitrusting betreft, hebben de inwoners al een grillot gevonden die twee nieuwe balafons (balafon = een Afrikaanse xylofoon) verkoopt. (de grillots zijn die groep van mensen in Burkina die hun kost verdienen met muziek te maken door te spelen op de balafon, de djembé en tal van andere instrumenten). Voor de djembé zal ik zelf zorgen. Ook voor de kledij wil ik een bijdrage leveren en om een idee te hebben van het budget dat ik moet voorzien, vraag ik dan ook hoeveel kostuums men op het oog heeft en de prijs van zo één kostuum. Onder de leden van de dorpsraad bevinden zich verschillende kleermakers en deze beginnen onmiddellijk te discussiëren over stoffen en afmetingen. De délégué die zelf ook kleermaker is, haalt er zelfs verschillende stalen bij. Omdat de discussie dreigt te ontaarden, maak ik zelf maar een schatting en hoop dat deze min of meer zal kloppen. In ieder geval ben ik blij op zo veel enthousiasme te mogen rekenen. Volgende week zal men mij al een eerste staaltje van de ingeoefende dansen presenteren.
De binnenplaats in de foyer van Zéphyrin te Nouna
Een eerste foyer bevindt zich in Nouna en is opgericht door abbé Zéphyrin Bagnawa. In dit leerlingenhuis wonen tijdens het schooljaar twaalf jongeren (acht jongens en vier meisjes) samen met een huisbewaarder. Drie jongens gaan nog naar de lagere school, de anderen volgen middelbaar onderwijs. De leerlingen verblijven hier in relatief comfortabele omstandigheden. Er zijn drie slaapkamers die elk uitgerust zijn met vier bedden (matras en muskietennet inbegrepen). Zéphyrin voorziet een budget zodat de jongeren ’s middags in een ‘restaurant’ kunnen gaan eten (een restaurant naar Afrikaanse normen wel te verstaan!). ’s Avonds koken ze hun eigen potje op een houtvuur in de foyer.
De leerlingen van Zéphyrin
Oefeningen maken op het schoolbord
Sinds kort is nu ook de elektriciteitsaansluiting operationeel waardoor er ’s avonds voldoende licht is om te studeren. Voordien moest men zich behelpen met heroplaadbare lampen. Water dienen de leerlingen vooralsnog met een watertank te gaan halen bij een waterput in de buurt. Kleren wassen doen de jongeren natuurlijk ook zelf. Verder heeft Zéphyrin nog een kippenhok voorzien en verscheidene fruitbomen geplant. Het verblijf in de foyer is in principe gratis, maar aan de ouders wordt wel gevraagd om aan hun zoon of dochter voldoende gierst mee te geven voor de maaltijd ’s avonds.
Natuurlijk moet er ook gewassen worden.
Zéphyrin heeft vastgesteld dat sinds de opstart van de foyer de resultaten op school spectaculair vooruit zijn gegaan. Voordien werden de leerlingen ondergebracht bij families te Nouna waardoor ze al te veel afgeleid werden van het eigenlijke studiewerk. Vooral voor de meisjes bleek dit nefast te zijn, aangezien er altijd het risico bestond op een ‘onvoorziene’ zwangerschap. Een dergelijk leerlingenhuis biedt wel degelijk de gunstige omgeving opdat de jongeren zich volledig op hun studies kunnen concentreren. Hiervan is Eli een voorbeeld. Tot vorig schooljaar verbleef Eli in de foyer en studeerde hij bouwkunde aan het CFP. Op het einde van het schooljaar heeft hij zijn CAP (Certicficat d’Aptitude Professionnelle) behaald en momenteel studeert hij verder in Ouagadougou om zijn Bacchaloréat Professionnelle te behalen. Voor de toekomst wil Zéphyrin de foyer nog uitbreiden met slaapgelegenheid voor 24 extra leerlingen en een bibliotheek, maar vooralsnog ontbreken hiervoor de middelen.
Eli voor zijn foyer te Nouna
Een tweede foyer die Afrant ondersteunt, bevindt zich in Tansila, een dorp op 5 km van de grens met Mali en tevens het geboortedorp van abbé Pierre Sanou. Op dit moment wordt er de laatste hand gelegd aan de twee slaapzalen en de eetzaal-studieruimte. Normaal zal alles afgewerkt zijn om volgend schooljaar een eerste 15-tal leerlingen te ontvangen. Op lange termijn zullen hier veertig jongeren verblijven. Het doel is hetzelfde als in Nouna, nl. leerlingen uit de omgeving van Tansila een optimale omgeving bieden voor hun studies aan het college van Tansila.
De foyer in Tansila: op de voorgrond de eetzaal-studieruimte met daarachter de slaapzalen
Abbé Pierre Sanou (rechts) met zijn nonkel voor de slaapzalen
Tenslotte heb ik nog een derde foyer bezocht te Nouna. Dit leerlingenhuis wordt gehuurd door de vereniging ‘Bee ka denw’ die speciaal voor behoeftige kinderen is opgericht door René Dabou samen met een aantal weduwen. De vereniging huisvest in totaal 22 jongeren waaronder 5 meisjes en 17 jongens. Het zijn de jongens die in het huis slapen, de meisjes zijn gelogeerd bij de familie die het huis verhuurt.
De foyer van René
In deze foyer zijn de omstandigheden echter heel wat minder gunstig dan bij Zéphyrin, je kan gerust zeggen Spartaans. Er zijn geen bedden, noch matrassen, noch muskietennetten. Alle jongens slapen op een dun matje op de grond. Bovendien is er geen elektriciteit, dus geen licht om ’s avonds te studeren. René heeft enkel de middelen om een paar olielampen ter beschikking te stellen. Het grootste probleem is echter de honger. In principe zou elke jongere die in de foyer verblijft, over een heel schooljaar 180 kg gierst van thuis moeten meebrengen. In de praktijk blijkt dit een probleem en de vereniging heeft ook geen geld om eten te kopen. Drie van de weduwen komen wel elke dag meehelpen koken.
De leerlingen van René
De bezieler van de foyer, René, met zijn meisjes-leerlingen
De situatie van deze jongeren gaat René zeer ter harte en hij engageert zich dan ook ten volle, ondanks het totale gebrek aan middelen, om dit leerlingenhuis te doen draaien. Zo geeft René elke vrijdagavond zelf les aan heel de groep. Hij bespreekt samen met de jongeren thema’s als ‘hoe in gemeenschap te leven’ en ‘hoe op een positieve manier tegenover het leven te staan’. Graag zou René de foyer zelfbedruipend laten worden, althans wat het eten betreft. Hiervoor wil hij een stuk grond verwerven waarop de leerlingen tijdens het schooljaar hun eigen gewassen kunnen telen. Op die manier hoopt hij ook zijn vereniging een meer stabiele basis te geven.
De jongens van de foyer van René
Het mag duidelijk zijn dat het volgen van middelbaar onderwijs in de regio van Nouna geen evidente zaak is. Niet alleen is er een tekort aan middelbare scholen, maar ook de omstandigheden waarin de leerlingen moeten studeren laten vaak te wensen over. Een leerling wordt hier veel minder dan bij ons in Europa omringd door personen en instanties die hem of haar op studiegebied ondersteunen en motiveren. Meer dan ooit hangt het van het doorzettingsvermogen van de jonge knaap zelf af, of hij zal slagen of niet. De oprichting van de hierboven besproken foyers waarin jongeren samen kunnen leven en studeren en zich samen op hun studies kunnen concentreren, beschouw ik dan ook als een goede zaak. Wil men de resultaten van het middelbaar onderwijs verbeteren, mag men ook dit aspect niet uit het oog verliezen.
Donderdag loop ik nog eens langs bij het atelier van Innocent om te zien in hoeverre de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo zich al gematerialiseerd hebben. Na het proefmodel afgewerkt te hebben, heeft Innocent nu ook het frame samen met twee wanden voor elk van de vijf overige kasten al in elkaar gezet. Het ziet er alleszins veelbelovend uit!
De frames voor de vijf overige kasten voor de lagere school van Biron-Bobo
Nu de inwoners van Goni meer dan een week de tijd hebben gehad om over mijn voorstel van een vorming in verband met theater en dans van gedachten te wisselen, keer ik zaterdagnamiddag terug naar Goni om te horen of ze mijn voorstel aannemen. Op de vergadering van de dorpsraad blijken de verantwoordelijken van de verschillende groepen zeer enthousiast. Ze hebben alleszins meer dan veertig kandidaten gevonden die wensen deel te nemen aan de vorming en ze zijn al druk bezig met oefenen om te zien wie echt talent heeft. Op de vorming zal echter slechts plaats zijn voor dertig man. Ik herhaal nogmaals dat het goed zou zijn dat de groep uit een mengeling van jongere en oudere deelnemers zou bestaan en vraag of er voldoende jonge kandidaten zijn. Men antwoordt mij dat er jonge deelnemers in overvloed zijn en deze laatste worden prompt aan mij in formatie gepresenteerd. Zou het dan niet goed zijn om de vorming tijdens de paasvakantie te organiseren? Ik krijg het antwoord dat dit niet nodig is, aangezien deze jongeren toch niet naar school gaan. Het is zelfs beter om de vorming niet te lang meer uit te stellen. Anders gaan de kandidaten denken dat ze toch niet zal plaatsvinden. Ik trek mijn ogen open, al die stakkers gaan dus niet naar school…
Het klasgebouw van de middelbare school te Goni
Wat de uitrusting betreft, hebben de inwoners al een grillot gevonden die twee nieuwe balafons (balafon = een Afrikaanse xylofoon) verkoopt. (de grillots zijn die groep van mensen in Burkina die hun kost verdienen met muziek te maken door te spelen op de balafon, de djembé en tal van andere instrumenten). Voor de djembé zal ik zelf zorgen. Ook voor de kledij wil ik een bijdrage leveren en om een idee te hebben van het budget dat ik moet voorzien, vraag ik dan ook hoeveel kostuums men op het oog heeft en de prijs van zo één kostuum. Onder de leden van de dorpsraad bevinden zich verschillende kleermakers en deze beginnen onmiddellijk te discussiëren over stoffen en afmetingen. De délégué die zelf ook kleermaker is, haalt er zelfs verschillende stalen bij. Omdat de discussie dreigt te ontaarden, maak ik zelf maar een schatting en hoop dat deze min of meer zal kloppen. In ieder geval ben ik blij op zo veel enthousiasme te mogen rekenen. Volgende week zal men mij al een eerste staaltje van de ingeoefende dansen presenteren.
vrijdag 15 februari 2008
Week 04/02/08 – 10/02/08
Van 1 tot en met 8 februari vindt er in het vormingscentrum Badenya een vorming plaats in verband met radio en theater. Het gaat in de eerste plaats om een algemene vorming, maar op het einde van de week worden er ook interviews gehouden om personeel aan te werven voor de radio van het bisdom Nouna die in de loop van de maand maart van start zal gaan. De verantwoordelijke voor deze radio is abbé Pierre Sanou. Met geld van het Italiaanse episcopaat heeft hij een heel nieuw radiogebouw neergepoot. Het leidt geen twijfel dat hier in de provincie Kossi waar de grote meerderheid van de bevolking het zonder elektriciteit moet stellen, radio nog altijd het middel bij uitstek is om de ‘massa’ te bereiken. Tijdens de vorming wordt er dan ook heel wat tijd besteed aan spreekoefeningen. Wie heeft een mooie stem, een vlotte en ontspannen manier van spreken en blaast niet in de micro? Anderzijds worden er in de loop van de week heel wat sketches voorbereid die zullen ten berde gebracht worden op zaterdag 9 februari op ‘la foire du sésame’, een dag die door Ocades wordt georganiseerd ter promotie van het sesamzaad als landbouwproduct.
Het radiogebouw van het bisdom Nouna
Hoe doe ik een ezel na?
Dinsdagvoormiddag ga ik eens kijken wat de cursisten zoal uitsteken. In totaal zijn er een 25-tal deelnemers. Als ik aankom, wordt juist de spreektest van een cursist besproken. Het kan nog heel wat beter, maar ze krijgt alvast een bemoedigend applaus. Daarna volgen een aantal opwarmingsoefeningen voor de theaterrepetitie. Ik besluit maar gewoon mee te doen. In groep krijgen we onder meer de opdracht verschillende dieren na te doen, alleszins een aanrader als je het leven eens vanuit een ander perspectief wil bekijken. Vervolgens beginnen de cursisten aan de voorbereiding van de sketches. De animator van dienst lijkt alleszins de geknipte persoon om de repetities in goede banen te leiden. Met een diepe, rokerige stem en een vurig temperament geeft hij de deelnemers aanwijzingen op de scène. Sommigen blijken heel wat acteurstalent te hebben, anderen zijn dan nog wat onwennig en een beetje aarzelend. Wie weet waar deze acteurs in spe ooit zullen terechtkomen?
Tijdens de repetities van een sketche
Tijdens de repetities van een sketche
Woensdagnamiddag heb ik de eer om de factuur voor de herstelling van de waterpomp van de lagere school van Biron-Bobo te gaan betalen. Op de moto scheuren Innocent en ik naar Biron, een dorp op zo’n 33 km van Nouna langs de grote weg naar Dedougou. In de school aangekomen worden we natuurlijk opgewacht door de directeur en zijn leerkrachten, maar ook door het oudercomité in vol ornaat en zelfs ‘le vieux’, de chef van het dorp. Uiteraard zijn ook de mensen die de pomp gerepareerd hebben, aanwezig om het geld in ontvangst te nemen.
De waterpomp werkt in ieder geval!
Eerst worden vele handen geschud en worden we wederzijds voorgesteld. Het is ontroerend om te zien hoe dankbaar en nederig de mensen wel zijn. De voorzitter van het oudercomité straalt werkelijk en ook de chef bedankt mij uitgebreid. Ik sta er een beetje beduusd bij, wie ben ik om al deze dankbetuigingen in ontvangst te nemen? De herstelling van de pomp heeft in totaal 420 € gekost, een bedrag dat de hele dorpsgemeenschap van Biron onmogelijk bij elkaar zou krijgen. Als westerling heb je geen idee hoe belangrijk die pomp wel is voor deze mensen.
Het oudercomité van de lagere school van Biron-Bobo
Dan is het moment aangebroken om de proef op de som te nemen. En jawel, de pomp werkt! Er moet maar één keer gepompt worden en het water stroomt er uit. Er volgt natuurlijk een hele fotosessie. Hierbij geeft de mecanicien die de pomp hersteld heeft, nog uitleg aan de mecanicien die zal instaan voor het onderhoud. Daarna wordt er in een klaslokaal overgegaan tot de officiële overhandiging van het geld. Het geld gaat door vele handen en wordt elke keer weer nageteld. Van mij naar de directeur, vervolgens naar de voorzitter van het oudercomité die het op zijn beurt laat natellen door zijn penningmeester die het uiteindelijk aan de mecaniciens overhandigt die de pomp hersteld hebben. Het oudercomité heeft op haar beurt een geschenk voor mij voorzien en je raadt nooit wat het is: twee grote hanen! In naam van heel de dorpsgemeenschap van Biron, dankjewel aan al diegenen die een bijdrage hebben geleverd!
Ikzelf op de foto met de herstellers van de pomp en de directeur
Opnieuw word ik beloond met twee hanen.
Ook met de productie van de kasten voor Biron loopt het vlot. In de loop van de week spring ik nog eens binnen in het atelier van Innocent om te zien hoe ver de werken gevorderd zijn. Ook Adama en Donald, twee leerlingen van Innocent, zijn aanwezig en ik vraag hen om mee voor de onderdelen van de kasten te poseren. Aanvankelijk staan ze er een beetje te serieus bij en ik zeg aan Innocent dat hij een of andere mop moet vertellen. Innocent die behoort tot de etnische groep van de Samo, vindt er niets beter op dan een belediging naar het hoofd van Adama, een Mossi van etnische afkomst, te slingeren. Meteen zit de sfeer er weer goed in en vliegen de beledigingen over en weer. Deze beledigingen tussen leden van verschillende etnische bevolkingsgroepen vinden plaats in het kader van de zogenaamde ‘plaisanteries’, een systeem waarbij het geoorloofd is om een grap met een lid van een andere etnische groep uit te halen of dit lid te beledigen. Deze grappen en/of beledigingen mogen niet ernstig genomen worden en zijn bedoeld als een systeem om mogelijke spanningen tussen de verschillende etnische groepen (op het grondgebied van Burkina Faso leven maar liefst 62 verschillende etnische groepen) te ventileren. In het geval van Innocent en Adama gaat het om de relatie Samo – Mossi. Zo zal Innocent, wanneer hij een Mossi tegenkomt, onmiddellijk zeggen dat het zijn slaaf is. De belediging in kwestie van Innocent aan het adres van Adama wens ik hier echter niet te publiceren. Echter niet tussen alle etnische groepen bestaat een dergelijk systeem van ‘plaisanteries’, dus je kan zeker niet zo maar iedereen beledigen die je tegenkomt.
Innocent met twee van zijn leerlingen, Donald en Adama, poserend voor de onderdelen van de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo
Innocent heeft Adama juist zwaar beledigd.
Donderdagnamiddag ontmoet ik de dorpsraad van Goni om eens te horen wat de culturele activiteiten zijn waarmee de dorpsbewoners zich in hun vrije tijd zoal bezig houden. Ik vertel hen dat ik door abbé Bernard gestuurd ben om te zien wat we kunnen doen om deze culturele activiteiten wat aan te zwengelen. Hoewel abbé Bernard me wel al een beetje ingelicht heeft over deze activiteiten, vraag ik hen om toch eerst zelf eens voor te stellen wat er zoal bruist in Goni. Zo blijken er heel wat dansgroepen te zijn, zowel bij de mannen (‘lingo’), als bij de vrouwen (oa ‘janjoba’ en ‘pibini’). Er is een echte theatergroep en een groep die zich bezighoudt met ‘la lutte traditionnelle’. Hoewel er in andere dorpen dansen met maskers plaatsvinden als louter culturele activiteit, is dit in Goni niet het geval. In Goni komen de maskers enkel te voorschijn bij de uitvoering van religieuze ceremonieën. Tenslotte is er nog een voetbalvereniging en zouden er ook wielerkoersen plaatsvinden?! Het zal dan in ieder geval om een variant van het veldrijden moeten gaan, me dunkt.
Bijeenkomst met de dorpsraad van Goni
Hoewel ik aanvankelijk eerst de uitkomst van deze ontmoeting wou afwachten, loop ik toch al zo’n week op een plannetje te broeden en ik vertel de dorpsraad dan ook wat ik in mijn hoofd heb. We gaan voor een 30-tal geïnteresseerde dorpsbewoners van Goni een soort dans-theatervorming in het vormingscentrum Badenya organiseren. Het liefst zullen er leden aanwezig zijn uit de verschillende groepen, zowel jong als oud. Een week lang gaan we dan samen met een animator aan een voorstelling werken waarin de verschillende dansen aan bod komen. Het resultaat van deze vorming moet een voorstelling worden die de deelnemers niet enkel aan de eigen dorpsbewoners kunnen tonen, maar waarmee ze ook op tournee kunnen gaan bij de verschillende naburige dorpen. De verantwoordelijke van de theatergroep laat me weten dat de werking van de groep een beetje op zijn gat ligt bij gebrek aan begeleidende instrumenten (djembé en balafon) en ook de verantwoordelijke voor ‘la lutte traditionnelle’ vult aan dat de noodzakelijke kostuums die tot hiertoe gebruikt werden, wel hun beste tijd gehad hebben. Ik zeg hen dat ik hiervoor wel een oplossing zal vinden. Ik geef hen een week de tijd om over dit voorstel met elkaar van gedachten te wisselen en we spreken af elkaar weer te ontmoeten de volgende week zaterdag. Dan zullen ze mij laten weten of ze mijn voorstel aannemen of niet. Zoals gewoonlijk verlaat ik Goni niet zonder nog even langs de werf van de middelbare school te gaan.
Het gebouw met de klaslokalen vordert.
Vrijdagnamiddag keer ik terug naar het vormingscentrum Badenya. Vandaag eindigt er niet enkel de radio- en theatervorming, maar is men er ook volop bezig met de voorbereidingen voor ‘la foire du sésame’ van morgen zaterdag. Twee animatoren die uitgenodigd zijn door Ocades, leren er aan een groep vrouwen alle mogelijke toepassingen van het sesamzaad. Net zoals bij de katoen is er natuurlijk de olie en het restproduct dat wordt gebruikt voor de aanmaak van zeep. Verder worden de sesamzaadjes vermalen tot bloem als basis voor de tô, het West-Afrikaans gerecht bij uitstek, en een soort sesampasta. Tenslotte wordt sesam ook gebruikt bij de bereiding van het gerecht ‘riz gras’. De sesamzaadjes worden mee met de rijst gekookt. Al deze toepassingen zullen de vrouwen morgen presenteren op ‘la foire du sésame’. Ondertussen heeft abbé Pierre opnamemateriaal laten aanrukken om heel de generale repetitie van de verschillende sketches op band te laten zetten. Op die manier zal hij de opnames ook kunnen gebruiken voor zijn radio-uitzendingen.
Voorbereiding in het vormingscentrum voor 'la foire du sésame'
Sesampasta en tô van sesamzaadjes
De sesamzaadjes worden tot bloem vermalen.
Riz gras met sesamzaadjes
De generale repetitie op de radio- en theatervorming wordt op band opgenomen.
Zaterdag 09/02/08, Nouna: la foire du sésame
Het radiogebouw van het bisdom Nouna
Hoe doe ik een ezel na?
Dinsdagvoormiddag ga ik eens kijken wat de cursisten zoal uitsteken. In totaal zijn er een 25-tal deelnemers. Als ik aankom, wordt juist de spreektest van een cursist besproken. Het kan nog heel wat beter, maar ze krijgt alvast een bemoedigend applaus. Daarna volgen een aantal opwarmingsoefeningen voor de theaterrepetitie. Ik besluit maar gewoon mee te doen. In groep krijgen we onder meer de opdracht verschillende dieren na te doen, alleszins een aanrader als je het leven eens vanuit een ander perspectief wil bekijken. Vervolgens beginnen de cursisten aan de voorbereiding van de sketches. De animator van dienst lijkt alleszins de geknipte persoon om de repetities in goede banen te leiden. Met een diepe, rokerige stem en een vurig temperament geeft hij de deelnemers aanwijzingen op de scène. Sommigen blijken heel wat acteurstalent te hebben, anderen zijn dan nog wat onwennig en een beetje aarzelend. Wie weet waar deze acteurs in spe ooit zullen terechtkomen?
Tijdens de repetities van een sketche
Tijdens de repetities van een sketche
Woensdagnamiddag heb ik de eer om de factuur voor de herstelling van de waterpomp van de lagere school van Biron-Bobo te gaan betalen. Op de moto scheuren Innocent en ik naar Biron, een dorp op zo’n 33 km van Nouna langs de grote weg naar Dedougou. In de school aangekomen worden we natuurlijk opgewacht door de directeur en zijn leerkrachten, maar ook door het oudercomité in vol ornaat en zelfs ‘le vieux’, de chef van het dorp. Uiteraard zijn ook de mensen die de pomp gerepareerd hebben, aanwezig om het geld in ontvangst te nemen.
De waterpomp werkt in ieder geval!
Eerst worden vele handen geschud en worden we wederzijds voorgesteld. Het is ontroerend om te zien hoe dankbaar en nederig de mensen wel zijn. De voorzitter van het oudercomité straalt werkelijk en ook de chef bedankt mij uitgebreid. Ik sta er een beetje beduusd bij, wie ben ik om al deze dankbetuigingen in ontvangst te nemen? De herstelling van de pomp heeft in totaal 420 € gekost, een bedrag dat de hele dorpsgemeenschap van Biron onmogelijk bij elkaar zou krijgen. Als westerling heb je geen idee hoe belangrijk die pomp wel is voor deze mensen.
Het oudercomité van de lagere school van Biron-Bobo
Dan is het moment aangebroken om de proef op de som te nemen. En jawel, de pomp werkt! Er moet maar één keer gepompt worden en het water stroomt er uit. Er volgt natuurlijk een hele fotosessie. Hierbij geeft de mecanicien die de pomp hersteld heeft, nog uitleg aan de mecanicien die zal instaan voor het onderhoud. Daarna wordt er in een klaslokaal overgegaan tot de officiële overhandiging van het geld. Het geld gaat door vele handen en wordt elke keer weer nageteld. Van mij naar de directeur, vervolgens naar de voorzitter van het oudercomité die het op zijn beurt laat natellen door zijn penningmeester die het uiteindelijk aan de mecaniciens overhandigt die de pomp hersteld hebben. Het oudercomité heeft op haar beurt een geschenk voor mij voorzien en je raadt nooit wat het is: twee grote hanen! In naam van heel de dorpsgemeenschap van Biron, dankjewel aan al diegenen die een bijdrage hebben geleverd!
Ikzelf op de foto met de herstellers van de pomp en de directeur
Opnieuw word ik beloond met twee hanen.
Ook met de productie van de kasten voor Biron loopt het vlot. In de loop van de week spring ik nog eens binnen in het atelier van Innocent om te zien hoe ver de werken gevorderd zijn. Ook Adama en Donald, twee leerlingen van Innocent, zijn aanwezig en ik vraag hen om mee voor de onderdelen van de kasten te poseren. Aanvankelijk staan ze er een beetje te serieus bij en ik zeg aan Innocent dat hij een of andere mop moet vertellen. Innocent die behoort tot de etnische groep van de Samo, vindt er niets beter op dan een belediging naar het hoofd van Adama, een Mossi van etnische afkomst, te slingeren. Meteen zit de sfeer er weer goed in en vliegen de beledigingen over en weer. Deze beledigingen tussen leden van verschillende etnische bevolkingsgroepen vinden plaats in het kader van de zogenaamde ‘plaisanteries’, een systeem waarbij het geoorloofd is om een grap met een lid van een andere etnische groep uit te halen of dit lid te beledigen. Deze grappen en/of beledigingen mogen niet ernstig genomen worden en zijn bedoeld als een systeem om mogelijke spanningen tussen de verschillende etnische groepen (op het grondgebied van Burkina Faso leven maar liefst 62 verschillende etnische groepen) te ventileren. In het geval van Innocent en Adama gaat het om de relatie Samo – Mossi. Zo zal Innocent, wanneer hij een Mossi tegenkomt, onmiddellijk zeggen dat het zijn slaaf is. De belediging in kwestie van Innocent aan het adres van Adama wens ik hier echter niet te publiceren. Echter niet tussen alle etnische groepen bestaat een dergelijk systeem van ‘plaisanteries’, dus je kan zeker niet zo maar iedereen beledigen die je tegenkomt.
Innocent met twee van zijn leerlingen, Donald en Adama, poserend voor de onderdelen van de kasten voor de lagere school van Biron-Bobo
Innocent heeft Adama juist zwaar beledigd.
Donderdagnamiddag ontmoet ik de dorpsraad van Goni om eens te horen wat de culturele activiteiten zijn waarmee de dorpsbewoners zich in hun vrije tijd zoal bezig houden. Ik vertel hen dat ik door abbé Bernard gestuurd ben om te zien wat we kunnen doen om deze culturele activiteiten wat aan te zwengelen. Hoewel abbé Bernard me wel al een beetje ingelicht heeft over deze activiteiten, vraag ik hen om toch eerst zelf eens voor te stellen wat er zoal bruist in Goni. Zo blijken er heel wat dansgroepen te zijn, zowel bij de mannen (‘lingo’), als bij de vrouwen (oa ‘janjoba’ en ‘pibini’). Er is een echte theatergroep en een groep die zich bezighoudt met ‘la lutte traditionnelle’. Hoewel er in andere dorpen dansen met maskers plaatsvinden als louter culturele activiteit, is dit in Goni niet het geval. In Goni komen de maskers enkel te voorschijn bij de uitvoering van religieuze ceremonieën. Tenslotte is er nog een voetbalvereniging en zouden er ook wielerkoersen plaatsvinden?! Het zal dan in ieder geval om een variant van het veldrijden moeten gaan, me dunkt.
Bijeenkomst met de dorpsraad van Goni
Hoewel ik aanvankelijk eerst de uitkomst van deze ontmoeting wou afwachten, loop ik toch al zo’n week op een plannetje te broeden en ik vertel de dorpsraad dan ook wat ik in mijn hoofd heb. We gaan voor een 30-tal geïnteresseerde dorpsbewoners van Goni een soort dans-theatervorming in het vormingscentrum Badenya organiseren. Het liefst zullen er leden aanwezig zijn uit de verschillende groepen, zowel jong als oud. Een week lang gaan we dan samen met een animator aan een voorstelling werken waarin de verschillende dansen aan bod komen. Het resultaat van deze vorming moet een voorstelling worden die de deelnemers niet enkel aan de eigen dorpsbewoners kunnen tonen, maar waarmee ze ook op tournee kunnen gaan bij de verschillende naburige dorpen. De verantwoordelijke van de theatergroep laat me weten dat de werking van de groep een beetje op zijn gat ligt bij gebrek aan begeleidende instrumenten (djembé en balafon) en ook de verantwoordelijke voor ‘la lutte traditionnelle’ vult aan dat de noodzakelijke kostuums die tot hiertoe gebruikt werden, wel hun beste tijd gehad hebben. Ik zeg hen dat ik hiervoor wel een oplossing zal vinden. Ik geef hen een week de tijd om over dit voorstel met elkaar van gedachten te wisselen en we spreken af elkaar weer te ontmoeten de volgende week zaterdag. Dan zullen ze mij laten weten of ze mijn voorstel aannemen of niet. Zoals gewoonlijk verlaat ik Goni niet zonder nog even langs de werf van de middelbare school te gaan.
Het gebouw met de klaslokalen vordert.
Vrijdagnamiddag keer ik terug naar het vormingscentrum Badenya. Vandaag eindigt er niet enkel de radio- en theatervorming, maar is men er ook volop bezig met de voorbereidingen voor ‘la foire du sésame’ van morgen zaterdag. Twee animatoren die uitgenodigd zijn door Ocades, leren er aan een groep vrouwen alle mogelijke toepassingen van het sesamzaad. Net zoals bij de katoen is er natuurlijk de olie en het restproduct dat wordt gebruikt voor de aanmaak van zeep. Verder worden de sesamzaadjes vermalen tot bloem als basis voor de tô, het West-Afrikaans gerecht bij uitstek, en een soort sesampasta. Tenslotte wordt sesam ook gebruikt bij de bereiding van het gerecht ‘riz gras’. De sesamzaadjes worden mee met de rijst gekookt. Al deze toepassingen zullen de vrouwen morgen presenteren op ‘la foire du sésame’. Ondertussen heeft abbé Pierre opnamemateriaal laten aanrukken om heel de generale repetitie van de verschillende sketches op band te laten zetten. Op die manier zal hij de opnames ook kunnen gebruiken voor zijn radio-uitzendingen.
Voorbereiding in het vormingscentrum voor 'la foire du sésame'
Sesampasta en tô van sesamzaadjes
De sesamzaadjes worden tot bloem vermalen.
Riz gras met sesamzaadjes
De generale repetitie op de radio- en theatervorming wordt op band opgenomen.
Zaterdag 09/02/08, Nouna: la foire du sésame
donderdag 7 februari 2008
Week 28/01/08 – 03/02/08
Allereerst zou ik iedereen willen bedanken die een bijdrage heeft geleverd voor de aankoop van zes metalen kasten voor de school van Biron-Bobo. Familie, vrienden en sympathisanten hebben massaal gereageerd, in die mate zelfs dat er nu voldoende geld is om ook de herstelling van de waterpomp van de school te betalen. Hartelijk dank hiervoor! Bovendien is er nog goed nieuws voor deze school, want Afrant is bereid om de kosten voor de herstelling van de twee lekkende daken op zich te nemen.
Innocent Mossé met het proefmodel dat hij gemaakt heeft
Ondertussen is het geld hier veilig en wel gearriveerd en heb ik reeds een eerste proefmodel-kast door de lasser Innocent Mossé laten maken. Het proefmodel is nu afgewerkt en op fouten gecontroleerd. Aangezien er geen fouten werden vastgesteld of wijzigingen moeten worden aangebracht, heb ik het licht op groen gezet voor de vervaardiging van de vijf overige kasten. Verder is ook de waterpomp van de school hersteld en zal ik volgende week woensdag in de school ‘plechtig’ de factuur gaan betalen in het bijzijn van het oudercomité.
Het proefmodel
Het eerste project is nog niet afgewerkt of ik ben al volop bezig met de voorbereidingen van een tweede. Al vanaf het begin van mijn verblijf hier in Nouna heb ik goesting om een lasproject uit de grond te stampen voor jongeren die bij gebrek aan financiële middelen niet naar school kunnen gaan. Dit project was de laatste tijd echter een beetje op de achtergrond geraakt bij afwezigheid van één van mijn twee partners René die volop bezig is met een project van Afrant in het dorp Saborokui. Door omstandigheden is het lasproject terug op het voorplan gekomen en is het nu momenteel in volle ontwikkeling.
Innocent Mossé aan het werk met Ousmane en Donald.
Wat zal dit lasproject inhouden? Na een carrière van 16 jaar als professionele en leidinggevende lasser in een bedrijf is Innocent Mossé als zelfstandige beginnen werken. Sinds 1991 houdt hij zich echter ook bezig met de begeleiding en vorming van jongeren bij het aanleren van het beroep van lasser. Door gebrek aan middelen gebeurt dit spijtig genoeg niet in de meest ideale omstandigheden, dwz het atelier waarover de heer Mossé nu beschikt is te klein en er ontbreken essentiële werktuigen (zoals vb. een boormachine en een slijpmolen) voor een degelijke vorming. Zoals gewoonlijk hier in Burkina Faso moet men zich behelpen met wat men heeft.
Innocent Mossé aan het werk met Donald en Ousmane.
Innocent Mossé aan het werk in zijn atelier.
Om dit initiatief aan te moedigen en de vorming een solide basis te geven, gaan we in Nouna een nieuw atelier bouwen en voorzien van de meest essentiële uitrusting. Op een perceel van in totaal 18m² x 6,5m² zullen we een overdekte werkruimte inrichten, hierin inbegrepen twee kleine stenen gebouwtjes van 3,5m² x 4,5m² die enerzijds zullen dienen als opslagplaats voor de machines en anderzijds als bureau-magazijn.
De locatie voor het nieuwe lasatelier (de grote boom in het midden en al het groen zal verwijderd worden)
Gezien mijn persoonlijk engagement in dit lasproject staat het dan ook al vast dat ik, na mijn terugkeer naar België in juli, in de maand september terug naar Burkina Faso zal gaan om dit project op te volgen en ook zelf de jongeren zal begeleiden met wiskunde en het tekenen van plannen. De kosten voor dit dossier komen neer op een bedrag van 6000 € en de voorzitter van Afrant heeft mij gezegd dat ik al kan rekenen op 5000 € van de zijde van Afrant. Er resten mij nog een 1000 € die ik moet zien te vinden. Bij deze zou ik dan ook aan alle mensen die dit project de moeite waard vinden, een oproep willen doen om een bedrag naar eigen keuze over te schrijven op het rekeningnummer van Afrant: 001-4353803-34 met de vermelding ‘Jonas Maas lasproject Nouna’. Alvast hartelijk dank!
De locatie voor het nieuwe lasatelier (de grote boom in het midden en al het groen zal verwijderd worden)
Zaterdag breng ik, zoals gewoonlijk, een bezoek aan onze werf in Goni, maar nu in het gezelschap van de technische controleur die door Ocades is aangesteld, Salif Toe. We stellen tot onze grote vreugde vast dat er maar liefst 43 personen van de lokale bevolking op de werf aanwezig zijn. Wat een verschil met vorige week! De vergadering die abbé Bernard afgelopen vrijdag heeft samengeroepen, werpt dan ook zijn vruchten af. Op deze vergadering hebben de inwoners van Goni kunnen ventileren wat hen weerhoudt om vlot mee te werken op de werf. Tevens is er beslist tot het aanstellen van een beheerscomité dat elke dag op de werf gaat controleren hoeveel mensen er van de groep die voor die dag op de planning staat, aanwezig zijn. Wanneer er onvoldoende mensen aanwezig zijn, zullen er achteraf (financiële) sancties volgen.
De bewoners helpen bij het bevochtigen van de betonnen palen.
Vier woningen voor leerkrachten op een rij op de werf van Goni
Innocent Mossé met het proefmodel dat hij gemaakt heeft
Ondertussen is het geld hier veilig en wel gearriveerd en heb ik reeds een eerste proefmodel-kast door de lasser Innocent Mossé laten maken. Het proefmodel is nu afgewerkt en op fouten gecontroleerd. Aangezien er geen fouten werden vastgesteld of wijzigingen moeten worden aangebracht, heb ik het licht op groen gezet voor de vervaardiging van de vijf overige kasten. Verder is ook de waterpomp van de school hersteld en zal ik volgende week woensdag in de school ‘plechtig’ de factuur gaan betalen in het bijzijn van het oudercomité.
Het proefmodel
Het eerste project is nog niet afgewerkt of ik ben al volop bezig met de voorbereidingen van een tweede. Al vanaf het begin van mijn verblijf hier in Nouna heb ik goesting om een lasproject uit de grond te stampen voor jongeren die bij gebrek aan financiële middelen niet naar school kunnen gaan. Dit project was de laatste tijd echter een beetje op de achtergrond geraakt bij afwezigheid van één van mijn twee partners René die volop bezig is met een project van Afrant in het dorp Saborokui. Door omstandigheden is het lasproject terug op het voorplan gekomen en is het nu momenteel in volle ontwikkeling.
Innocent Mossé aan het werk met Ousmane en Donald.
Wat zal dit lasproject inhouden? Na een carrière van 16 jaar als professionele en leidinggevende lasser in een bedrijf is Innocent Mossé als zelfstandige beginnen werken. Sinds 1991 houdt hij zich echter ook bezig met de begeleiding en vorming van jongeren bij het aanleren van het beroep van lasser. Door gebrek aan middelen gebeurt dit spijtig genoeg niet in de meest ideale omstandigheden, dwz het atelier waarover de heer Mossé nu beschikt is te klein en er ontbreken essentiële werktuigen (zoals vb. een boormachine en een slijpmolen) voor een degelijke vorming. Zoals gewoonlijk hier in Burkina Faso moet men zich behelpen met wat men heeft.
Innocent Mossé aan het werk met Donald en Ousmane.
Innocent Mossé aan het werk in zijn atelier.
Om dit initiatief aan te moedigen en de vorming een solide basis te geven, gaan we in Nouna een nieuw atelier bouwen en voorzien van de meest essentiële uitrusting. Op een perceel van in totaal 18m² x 6,5m² zullen we een overdekte werkruimte inrichten, hierin inbegrepen twee kleine stenen gebouwtjes van 3,5m² x 4,5m² die enerzijds zullen dienen als opslagplaats voor de machines en anderzijds als bureau-magazijn.
De locatie voor het nieuwe lasatelier (de grote boom in het midden en al het groen zal verwijderd worden)
Gezien mijn persoonlijk engagement in dit lasproject staat het dan ook al vast dat ik, na mijn terugkeer naar België in juli, in de maand september terug naar Burkina Faso zal gaan om dit project op te volgen en ook zelf de jongeren zal begeleiden met wiskunde en het tekenen van plannen. De kosten voor dit dossier komen neer op een bedrag van 6000 € en de voorzitter van Afrant heeft mij gezegd dat ik al kan rekenen op 5000 € van de zijde van Afrant. Er resten mij nog een 1000 € die ik moet zien te vinden. Bij deze zou ik dan ook aan alle mensen die dit project de moeite waard vinden, een oproep willen doen om een bedrag naar eigen keuze over te schrijven op het rekeningnummer van Afrant: 001-4353803-34 met de vermelding ‘Jonas Maas lasproject Nouna’. Alvast hartelijk dank!
De locatie voor het nieuwe lasatelier (de grote boom in het midden en al het groen zal verwijderd worden)
Zaterdag breng ik, zoals gewoonlijk, een bezoek aan onze werf in Goni, maar nu in het gezelschap van de technische controleur die door Ocades is aangesteld, Salif Toe. We stellen tot onze grote vreugde vast dat er maar liefst 43 personen van de lokale bevolking op de werf aanwezig zijn. Wat een verschil met vorige week! De vergadering die abbé Bernard afgelopen vrijdag heeft samengeroepen, werpt dan ook zijn vruchten af. Op deze vergadering hebben de inwoners van Goni kunnen ventileren wat hen weerhoudt om vlot mee te werken op de werf. Tevens is er beslist tot het aanstellen van een beheerscomité dat elke dag op de werf gaat controleren hoeveel mensen er van de groep die voor die dag op de planning staat, aanwezig zijn. Wanneer er onvoldoende mensen aanwezig zijn, zullen er achteraf (financiële) sancties volgen.
De bewoners helpen bij het bevochtigen van de betonnen palen.
Vier woningen voor leerkrachten op een rij op de werf van Goni
Abonneren op:
Posts (Atom)